•
Bij het bijtanken erop letten dat
geen brandstof op de motor of de
uitlaat terechtkomt.
•
Benzine aggregaat nooit bij regen
of sneeuwval gebruiken.
•
Benzine aggregaat nooit met natte
handen vastpakken.
•
Bescherm u tegen elektrische geva-
ren. Gebruik in open lucht enkel ver-
lengkabels (H07RN..), die daarvoor
goedgekeurd en overeenkomstig
gekenmerkt zijn.
•
Bij gebruik van verlengkabels mag
de totale lengte voor 1,5 mm
voor 2,5 mm
2
den.
•
De afstelling van de motor en de
benzine aggregaat mag niet worden
veranderd.
•
Herstel- en afstelwerkzaamheden
mogen enkel door geautoriseerd
vakpersoneel worden uitgevoerd
•
De tank niet in de buurt van open
licht, vuur of vonkenregen vullen of
leegmaken. Niet roken!
•
Kom niet aan mechanisch bewogen
of warme onderdelen. Verwijder
geen beschermende afdekkingen.
•
De toestellen mogen niet aan vocht
of stof worden blootgesteld. Toege-
stane omgevingstemperatuur -10
tot +40° C, maximale hoogte boven
zeeniveau 1000 m, relatieve lucht-
vochtigheid: 90 % (niet condense-
rend)
•
De benzine aggregaat wordt aange-
dreven door een verbrandingsmotor
die in het gebied rond de uitlaat
(aan de overkant van de stopcon-
tacten) en aan de uitgang ervan
hitte verwekt. Mijdt de buurt van
deze oppervlakken omwille van het
gevaar voor brandwonden op de
huid.
TCPG_2800_EX_BE_SPK7.indb 33
TCPG_2800_EX_BE_SPK7.indb 33
50 m,
2
100 m niet overschrij-
NL
•
De waarden vermeld bij de techni-
sche gegevens onder geluidsver-
mogen (L
) en geluidsdrukniveau
WA
(L
) stellen emissiewaarden voor
WM
en zijn niet noodzakelijk werkni-
veau's. Aangezien er geen verband
bestaat tussen emissie- en immisie-
niveau's kunnen deze waarden niet
beslist worden gebruikt om even-
tueel noodzakelijke aanvullende
voorzorgsmaatregelen te bepalen.
Bij de factoren, die van invloed zijn
op het momentele immissiepeil van
de werkkracht, zijn de eigenschap-
pen van de werkruimte, andere
geluidsbronnen etc. alsmede b.v.
het aantal machines en andere
naburige processen en de periode
die een bedienaar aan het lawaai is
blootgesteld inbegrepen. Ook kan
het toelaatbare immisiepeil van land
tot land verschillen. Toch zal deze
informatie aan de gebruiker van de
machine de mogelijkheid geven de
risico's en gevaren beter te beoor-
delen.
Verklaring van de aanwijzingsbor-
den op het apparaat (fi g. 15)
1. Gevaar! Handleiding lezen.
2. Voorzichtig! Warme onderdelen.
Op afstand blijven.
3. Gevaar! Tijdens het tanken motor
afzetten.
4. Gevaar! Niet in niet verluchte ruim-
ten laten draaien.
5. Gevaar! Dit symbool geeft aan dat
de uitlaatgassen van de stroomge-
nerator giftig zijn.
- 33 -
17.05.16 09:27
17.05.16 09:27