2.2 Algemene veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING Letsel
!
◦ Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt
van het toestel, wanneer er niet voortdurend
toezicht is.
◦ Het toestel kan door kinderen van 3 tot 7 jaar
worden in- en uitgeschakeld, wanneer er toe-
zicht op hen gehouden wordt, of wanneer ze
met betrekking tot het veilige gebruik van het
toestel geïnstrueerd zijn en de gevaren die daar-
uit ontstaan, begrepen hebben. Voorwaarde
hiervoor is dat het toestel gemonteerd is, zoals
beschreven. Kinderen van 3 tot 7 jaar mogen de
stekker niet in het stopcontact steken en mogen
het toestel niet regelen.
◦ Het toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar, als-
mede door personen met fysieke, zintuiglijke of
geestelijke beperkingen of met een gebrek aan
ervaring en kennis gebruikt worden, wanneer
er toezicht op hen gehouden wordt, of wanneer
ze met betrekking tot het veilige gebruik van het
toestel getraind zijn en de gevaren die daaruit
ontstaan, begrepen hebben.
◦ Kinderen mogen niet met het toestel spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht het toestel niet
reinigen noch gebruikersonderhoudstaken uit-
voeren.
WAARSCHUWING Letsel
!
In gesloten ruimtes kunnen snel hoge temperaturen
ontstaan. Wanneer het toestel in een kleine ruimte in
werking wordt gesteld en de daar aanwezige perso-
nen niet zelfstandig het toestel kunnen regelen of de
ruimte kunnen verlaten, moet worden gezorgd voor
voortdurend toezicht.
WAARSCHUWING verbranding
Gebruik het toestel niet ...
◦ Wanneer de afstand tot naastliggende voorwer-
pen of overige brandbare materialen (bijv. meu-
bels, textiel) kleiner is dan de minimaal voorge-
schreven afstand.
◦ Wanneer er door chemicaliën, stof, gassen of
dampen gevaar voor brand of explosies bestaat
in de ruimte. Ventileer de ruimte voldoende
voordat deze verwarmd wordt.
◦ In de onmiddellijke omgeving van leidingen of
containers met brandbare of explosieve stoffen.
◦ Wanneer het toestel gevallen of beschadigd is,
of wanneer er een probleem is.
WAARSCHUWING verbranding
De warme lucht moet ongehinderd kunnen in- en
uitstromen.
◦ Steek geen vreemde voorwerpen in de ope-
ningen van het toestel.
◦ Neem de minimumafstanden in acht (zie het
hoofdstuk "Voorbereidingen/Montageplaats").
VOORZICHTIG verbranding
Delen van het toestel kunnen zeer heet worden en
verbrandingen veroorzaken. Wanneer er kinderen en
hulpbehoevenden aanwezig zijn, is extra voorzich-
tigheid geboden.
VOORZICHTIG oververhitting
Dek het toestel niet af om oververhitting van het toe-
stel te vermijden.
2.3 Keurmerk
Zie het typeplaatje op het toestel.
3. Toestelbeschrijving
Het toestel is een aan de wand bevestigd elektrisch con-
vectieverwarmingstoestel, bijv. voor werkruimten, keu-
kens, badkamers en dergelijke.
Het toestel verwarmt de kamerlucht en houdt deze op de
ingestelde waarde. In het toestel bevindt zich een ventila-
tor die de kamerlucht via een luchtingangsopening aan de
achterzijde van het toestel aanzuigt. De aangezogen lucht
wordt in het toestel over een PTC-verwarmingselement
geleid. Via de luchtuitgangsopening aan de voorzijde van
het toestel wordt de opgewarmde lucht uitgeblazen. Wan-
neer de ingestelde kamertemperatuur bereikt is, houdt
het toestel deze in stand door herhaaldelijk opwarmen.
Oververhittingsbeveiliging
Het toestel is uitgerust met een veiligheidstemperatuur-
begrenzer die het toestel bij oververhitting uitschakelt.
Nadat de oorzaak is verholpen, wordt het toestel binnen
enkele minuten (afkoeltijd) opnieuw in werking gesteld.
Als verdere oververhittingsbeveiliging beschikt het toestel
over een smeltzekering die het toestel bij ernstige over-
verhitting onherstelbaar buiten werking stelt.
4. Ingebruikname |
buitendienststelling
Info
Bij de eerste ingebruikname, evenals na een langere
stilstandtijd is het mogelijk dat er kortstondig iets
gaat ruiken.
» Steek de stekker in een geschikt stopcontact om het
toestel in gebruik te nemen.
» Trek de stekker uit het stopcontact om het toestel
buiten werking te stellen.
Alle instellingen blijven behouden nadat het toestel buiten
dienst werd gesteld of bij een stroomonderbreking. Het
toestel beschikt over een werkingsreserve, zodat de dag
van de week en de tijd gedurende enkele uren behouden
blijven.
Info
Wanneer het toestel zich voordien in timerwerking
bevond en gedurende lange tijd buiten dienst was,
wordt na de ingebruikname gevraagd de dag van de
week en de tijd in te stellen. Zolang er geen instelling
is uitgevoerd, werkt het toestel in comfortwerking.
Bediening
27