A ps 2 3 0 A D VA N CE D Per s o n al S c o pe
SCHERM INSTELLING
Druk op 'mode' en selecteer één van de
schermen met de
of
toets. U kunt dit ook
doen door herhaaldelijk op MODE te drukken
(zie fig. 13 tot 18).
Gebruik de en toetsen voor het zichtbaar of
onzichtbaar maken van de markers of raster
op het scherm.
• Puntraster: verdeelt het scherm in referen-
tiepunten. (Fig. 14)
• Volledig raster: verdeelt het scherm in
referentielijnen. (Fig. 15)
• Markers: Dankzij de verplaatsbare markers
kan het signaal worden gemeten (Fig. 16).
Opmerking:
Via de "marker 1-2" toets kan men
rechtstreeks de gewenste marker kiezen.
TM
MODES D'AFFICHAGE
Pressez 'mode' et sélectionnez un des écrans
avec la touche ou . Vous obtiendrez le
même résultat en pressant MODE plusieurs
fois (voir fig. 13 à 18).
Utilisez les curseurs et pour afficher ou ca-
cher les marqueurs ou la grille à l'écran.
• Une grille en pointillé divise l'écran en
points de référence. (Fig. 14)
• Une grille en trait plein divise l'écran en
lignes de référence. (Fig. 15)
• Repères: Les marqueurs amovibles permet-
tent de mesurer le signal (Fig. 16).
Remarques :
On peut également agir directement sur les
marqueurs en enfonçant la touche "Marker 1-2".
BILDSCHIRM EINSTELLUNG
Drücken Sie 'MODE' und wählen Sie einen der
Schirme mit den oder -Tasten. Sie können das
auch machen, indem Sie mehrmals auf die MODE-
Taste drücken (siehe Abb. 13 bis 18).
Verwenden Sie die und Tasten um die Mar-
kierungen oder Raster auf dem Schirm sichtbar
oder unsichtbar zu machen.
• Punktraster: Der Bildschirm wird in Referenz-
punkte unterteilt (Abb. 14)
• Voller Raster : verteilt den Schirm in Bezugsli-
nien. (Abb. 15).
• Markierungen: Bewegliche Markierungen
ermöglichen die Messung des Signals (Abb.
16).
Anmerkungen :
Die Markierungen können mit der Taste
„Marker 1- 2" direkt ausgewählt werden.
Display
27