Dutch originals DO-CH-ACON090 Manuel D'utilisation page 30

VENTILATOR-modus
U kunt uw kamer ventileren. In deze modus wordt de lucht gecirculeerd, waardoor het
gevoel van een 'briesje' ontstaat, terwijl de kamer niet wordt gekoeld.
Druk op de modustoets op het apparaat
indicatielampje van de VENTILATOR
U kunt het gewenste VENTILATORSNELHEID selecteren zoals beschreven in
'VENTILATORSNELHEID'
Ontvochtigingsmodus
Druk op de modustoets op het apparaat
indicatielampje van ONTVOCHTIGEN gaat branden.
In deze modus kan de VENTILATORSNELHEID niet worden geselecteerd en staat deze in
de standaardinstelling voor lage snelheid.
Let op!
In de ontvochtigingsmodus moet de drainageslang
drainageopening
Zie 'Drainage' voor de aansluitinstructies.
Smart-modus
In de smart-modus worden de KOEL- en VENTILATOR-modus automatisch geregeld,
afhankelijk van de kamertemperatuur.
Druk op de modustoets op het apparaat
indicatielampje van SMART
Zodra de Smart-modus is geselecteerd, wordt de modus geactiveerd in de
standaardinstelling van 23°C
Bij een temperatuur van ≥ 24°C werkt het apparaat in de koelmodus.
Bij een temperatuur tussen 22°C en 24°C werkt het apparaat in de ventilatormodus.
Wanneer u overschakelt van de KOEL-modus naar de SMART-modus, werkt deze op het
aantal graden dat is ingesteld in de koelmodus. In de Smart-modus kan de temperatuur
niet worden ingesteld.
Slaapmodus
De slaapmodus kan worden geactiveerd in de koelmodus.
Na 1 uur wordt de vooraf ingestelde temperatuur met 1°C verhoogd. Na nog eens een uur
wordt de vooraf ingestelde temperatuur weer met 1°C verhoogd (toename van maximaal 2
graden).
Druk op de modustoets op het apparaat
indicatielampje van SLAAP
Instelling van de timer
De timer kan worden ingesteld van 1 tot 24 uur.
Er zijn 2 timermodi: het apparaat UIT-schakelen en IN-schakelen.
Timer UIT-schakelen (wanneer de voeding is INGESCHAKELD)
• Druk op de TIMER-toets op het apparaat
indicatielampje
11
• Druk op de toets verhogen
B C
of verlagen
om het condenswater te verwijderen.
8
op het digitale bedieningspaneel gaat branden.
10
op het digitale bedieningspaneel gaat branden.
11
van de TIMER op het digitale bedieningspaneel gaat branden.
of verlagen
7
op de afstandsbediening om de vertraging van de timer UIT te
of op de afstandsbediening
2
op het digitale bedieningspaneel gaat branden.
10
of op de afstandsbediening
2
of op de afstandsbediening
2
of op de afstandsbediening
2
of op de afstandsbediening
3
op het apparaat of op de toets verhogen
8
NL 12
E
E
F worden aangesloten op de
E
E
tot het LED-
tot het LED-
tot het LED-
tot het LED-
tot het LED-
D