gebruik. Wij geven geen garantie indien het ge-
reedschap in ambachtelijke of industriële bedrij-
ven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt
gebruikt.
4. Technische gegevens
Netspanning: ..................................230V ~ 50 Hz
Nominale ingangsstroom: ........................... 0,7 A
Nominaal opgenomen vermogen: ............. 134 W
Nominale uitgangsspanning ..................12 V d.c.
Nominale uitgangsstroom ...... 7,1 A arith/10 A eff .
Batterijcapaciteit ....................................5-200 Ah
5. Vóór inbedrijfstelling
Conform de instructies van de meeste motor-
voertuigfabrikanten moet de batterij vóór het
laden van het boordnet worden gescheiden.
Wij wijzen erop dat de voertuigen in stan-
daarduitvoering reeds voorzien zijn van tal-
rijike elektronische componenten (zoals. b.v.
ABS, ASR, injectiepomp, boordcomputer).
Door eventueel zich voordoende spanning-
spieken kan schade aan de elektronische
componenten worden berokkend. Daarom
moet de batterij bij het laden van het boord-
net worden gescheiden.
Gelieve de instructies in de handleidingen
voor auto, radio, navigatiesysteem enz. in
acht te nemen.
Aanwijzing omtrent het automatisch laden
De lader is een automatisch werkend apparaat,
d.w.z. hij is vooral geschikt voor het laden van
onderhoudsvrije batterijen alsmede voor het
langdurig laden en het behoud van lading van
batterijen die niet permanent in gebruik zijn, b.v.
voor boten, gazonmaaiers en iets dergelijks. De
gasontwikkeling in de batterij wordt voorkomen
omdat de laadspanning tot 14,1 V (2,35 V per
cel) wordt beperkt. Het laadproces hoeft niet te
worden bewaakt.
5.1 Laden van de batterij:
•
Draai de batterijdoppen (indien aanwezig) los
of verwijder ze van de batterij.
•
Controleer het zuurpeil van uw batterij. Indi-
en nodig, vul gedestilleerd water bij (indien
mogelijk). Let op! Batterijzuur is bijtend. Zuur-
spetters onmiddellijk met veel water grondig
Anl_CC_BC_10_E_SPK9.indb 58
Anl_CC_BC_10_E_SPK9.indb 58
NL
afspoelen, desnoods de dokter consulteren.
•
Sluit eerst de rode laadkabel aan op de
pluspool van de batterij.
•
Daarna wordt de zwarte laadkabel verwijderd
van batterij en benzineleiding aangesloten op
de carrosserie.
•
Waarschuwing! Normaal gezien is de nega-
tieve accupool verbonden met de carrosserie
en gaat u om te laden te werk zoals hierboven
beschreven. In uitzonderingsgevallen kan
het mogelijk zijn dat de positieve accupool is
verbonden met de carrosserie (positieve aar-
ding). In dit geval sluit u de zwarte aardkabel
aan aan de minpool van de accu. Vervolgens
verbindt u de rode laadkabel, op afstand van
accu en benzineleiding, met de carrosserie.
•
Na het aansluiten van de batterij op de lader
kunt u de lader aansluiten op een stopcontact
met 230V~50Hz. Het aansluiten op een stop-
contact met een andere netspanning is niet
toegestaan. Let op! Door het laden kan ge-
vaarlijk knalgas vrijkomen; daarom tijdens het
laden vonkvorming en open vlam vermijden.
Explosiegevaar!
Fig. 2:
Berekening van de laadtijd:
De laadtijd wordt bepaald door de laadtoestand
van de batterij. Bij een lege batterij kan de ap-
proximatieve laadtijd door de volgende formule
worden berekend:
batterijcapaciteit in Ah
laadtijd/h =
amp. (laadstroom aritm.)
24 Ah
Voorbeeld =
= 9,6 h max.
2,5 A
Bij een normaal ontladen batterij vloeit een hoge
beginstroom die ongeveer gelijk is aan de nomi-
nale stroom. Met toenemende laadtijd vermindert
de laadstroom.
Bij oude batterijen waarbij de laadstroom niet
vermindert heeft er zich een defect voorgedaan
zoals b.v. celkortsluiting of verouderingsschade.
De laadstroom moet 1/10 tot 1/6 van de batterij-
capaciteit bedragen.
De exacte laadtoestand kan enkel worden be-
paald door de zuurdichtheid te meten met een
zuurweger. Aanwijzing! Tijdens het laden komen
gassen vrij.
- 58 -
24.06.2021 11:00:32
24.06.2021 11:00:32