4.20 Veiligheidswielen
WAARSCHUWING!
•
Controleer of de anti-tip wielen niet beschadigd of
versleten zijn voordat u uw rolstoel gebruikt.
•
Begeleiders moeten zich vergewissen van de plaats
van de anti-tip wielen om te voorkomen dat hun
voeten hieronder beklemd raken. Dit zou tot letsel
kunnen leiden.
•
Begeleiders mogen niet op de anti-tip wielen staan;
hierdoor kan de rolstoel instabiel worden.
4.21 Gebruik op een helling
Uw rolstoel is ontworpen en getest op gebruik op
hellingen van maximaal 8 graden (14%). U heeft echter
de mogelijkheid om uw zitpositie met een lift, kanteling
of achterwaartse instelling aan te passen of met een
combinatie van deze mogelijkheden.
WAARSCHUWING!
In bepaalde omstandigheden kan uw rolstoel instabiel
worden. Wees voorzichtig wanneer u probeert een
helling of stoeprand op- of af te gaan, terwijl u gebruik
maakt van de hierboven genoemde mogelijkheden (zoals
elektrisch kantelen of achterover instellen). Er moet in dat
geval tegengewicht zijn. Om de stabiliteit te verbeteren
wanneer u een helling oprijdt, leunt u voorwaarts met de
zitting en rugleuning in een rechte positie. Wanneer u in
voorwaartse richting van een helling afrijdt, gaat u rechtop
zitten of kantelt u de zitting achterwaarts.
WAARSCHUWING!
We adviseren nadrukkelijk de stoel in lage positie en
rechtop in te stellen voordat u probeert een helling op- of
af te rijden. Wanneer dit wordt nagelaten, kan dit ertoe
leiden dat de rolstoel instabiel wordt.
WAARSCHUWING!
Indien u twijfelt over de mogelijkheden om met uw rolstoel
een helling of stoep op- of af te rijden, probeer dan een
alternatieve route te vinden.
4.21.1 Hellingen oprijden
WAARSCHUWING!
Houd de stoel in beweging wanneer u tegen een heuvel
oprijdt. Door de joystick van de ene kant naar de andere
kant te bewegen, kunt u sturen. Indien u op een heuvel tot
stilstand bent gekomen, moet u langzaam wegrijden. Leun
eventueel naar voren om te voorkomen dat de voorwielen
van de grond los komen.
Rev.E
4.21.2 Hellingen afrijden
WAARSCHUWING!
Wanneer u van een helling afrijdt, is het belangrijk dat
u de rolstoel niet harder laat rijden dan de normale
basissnelheid. Op steile hellingen is het zelfs veiliger om
heel langzaam te rijden (minder dan 5km/u) en te stoppen
wanneer u het idee heeft dat u de controle over de rolstoel
dreigt te verliezen. Als de rolstoel snelheid vermeerdert,
brengt u de joystick terug in de middelste positie om de
snelheid af te remmen. Desnoods stopt u helemaal om
vervolgens langzaam opnieuw te starten, waarbij u ervoor
zorgt dat de snelheid niet opnieuw toeneemt.
OPMERKING: Het degelijke bedieningssysteem beschikt
over een logisch systeem dat voor compensatiekracht
zorgt bij het nemen van een schuin oplopende bocht of
heuvel. Dit is een bijkomende beveiliging op uw rolstoel.
Daarnaast kunt u natuurlijk de rolstoel onder controle
houden door het snelheidscontrolesysteem te gebruiken.
4.22 Passagiersliften in voertuigen
In bussen, minibussen en gebouwen worden rolstoelliften
gebruikt om u te helpen van een bepaald niveau naar een
ander niveau te komen.
GEVAAR!
•
De rolstoelgebruiker en alle verzorgers dienen de
instructies van de liftfabrikant volledig te begrijpen
wanneer er gebruik gemaakt wordt van de lift.
•
Overschrijd nooit de aanbevolen richtlijnen voor
maximaal veilige belasting.
•
Zet altijd alle stroom uit wanneer u zich op de lift
bevindt. Als u dit niet doet en onverhoopt de joystick
aanraakt, kan dit tot gevolg hebben dat uw rolstoel
van het platform afrijdt. De rolstop-beveiliging aan de
rand van het platform kan dit niet altijd voorkomen.
•
De gebruiker moet altijd op een goede en veilige
manier in de rolstoel worden geplaatst om te
voorkomen dat hij of zij valt terwijl de rolstoel op het
liftplatform staat.
•
Controleer altijd of de stoel in de rijmode staat
wanneer men gebruik maakt van een passagierslift
(wielen vergrendeld, niet in vrijloopmode).
ZIPPIE SALSA R
15
/ ZIPPIE SALSA M
2
2