LWP 2, LTP 3
slangen aan en ga na of alle slangaansluitingen goed
dicht zijn. Draag de machine nooit aan de slang.
Snelkoppelingen
De originele hydraulische slangen van Atlas Copco
worden gemonteerd met Flat-Face-snelkoppelingen
die sterk en makkelijk reinigbaar zijn. De
snelekoppelingen worden dusdanig gemonteerd dat
de mannetjesaansluiting olie levert en de
vrouwtjesaansluiting olie ontvangt.
LET OP Reinig alle koppelingen met een doek
voordat u ze aansluit. Zorg er, voordat u de machine
in gebruik neemt, voor dat alle koppelingen schoon
en correct aangesloten zijn. Als men dit niet doet,
kan het resulteren in beschadiging van de
snelkoppelingen, het kan oververhitting veroorzaken
en tot gevolg hebben dat ongewenste stoffen in het
hydraulische systeem doordringen.
Hydraulische olie
Om het milieu te beschermen adviseert Atlas Copco
het gebruik van biologisch afbreekbare hydraulische
olie. Andere vloeistoffen dienen niet te worden
gebruikt.
♦
Viscositeit (bij voorkeur) 20-40 cSt.
♦
Viscositeit (toegestaan) 15-100 cSt.
♦
Viscositeitsindex Min. 100.
Standaard minerale olie of synthetische olie kan
worden gebruikt. Zorg er altijd voor dat de gebruikte
olie zuiver is en dat de vulapparatuur ook schoon is.
Als de machine continu wordt gebruikt, zal de
olietemperatuur zich stabiliseren op een peil dat de
werktemperatuur wordt genoemd. Deze temperatuur
is, afhankelijk van het type werk en de koelcapaciteit
van het hydraulische systeem, 20-40°C (68-104°F)
hoger dan de omgevingstemperatuur. Bij
werktemperatuur moet de viscositeit van de olie
binnen de voorkeurslimieten liggen. De
viscositeitsindex drukt de relatie tussen viscositeit
en temperatuur uit. Een hoge viscositeit heeft daarom
de voorkeur, aangezien de olie dan binnen een
breder temperatuurbereik kan worden gebruikt. De
machine mag niet worden gebruikt als de
olieviscositeit buiten het toegestane bereik ligt of als
de werktemperatuur van de olie niet daalt tot een
temperatuur tussen 20°C (68°F) en 70°C (158°F).
© 2010 Atlas Copco Construction Tools AB | No. 3392 5045 90d | 2010-01-01
Originele handleidingen
Veiligheidsvoorschriften en bedieningshandleiding
Bediening
WAARSCHUWING Onbedoeld starten
Als de machine per abuis wordt gestart, kan dit letsel
veroorzaken.
Houd uw handen weg van de start- en
►
stopvoorziening totdat u gereed bent om de
machine te starten.
Leer hoe u de machine in noodgevallen
►
uitschakelt.
►
Zet de machine altijd onmiddellijk uit als de
voeding uitvalt.
Voorbereidingen voor de start
Voordat u de pomp in gebruik neemt, moeten de
volgende punten altijd worden gecontroleerd. De
controlepunten betreffen alle het gebruiksgemak en
de inzetbaarheid van de pomp. Bepaalde punten
hebben betrekking op uw veiligheid:
●
Reinig alle veiligheidsstickers. Vervang alle
ontbrekende of onleesbare stickers.
●
Inspecteer de slangen op tekenen van
beschadiging.
Verwijder de beschermdoppen van de
●
snelkoppelingen.
●
Reinig de snelkoppelingen (indien nodig) en sluit
de fitting aan op de verlengslangen van de
krachtbron.
●
Sluit het gereedschap aan.
Ga na of de hydraulische koppelingen schoon en
●
goed bruikbaar zijn.
●
De correcte draairichting is tegen de klok in, van
onder gezien. Als de draairichting met de klok mee
is: controleer de slangen. Een onjuiste aansluiting
kan resulteren in lekkage en schade aan de
hydraulische motor.
●
Smeer het lager in het pomphuis via de
smeernippel in het lagerhuis (3 doses). Alle
kwaliteitstypen vet zijn geschikt.
De aanzuigzeef en de onderplaat moeten altijd
●
aan de pomp bevestigd zijn.
Ga na of de krachtbron die u van plan bent te
●
gebruiken, compatibel is met het desbetreffende
pompmodel. Zie "Technische gegevens". Atlas
Copco adviseert het gebruik van een
LFD-oliestroomscheider, als de krachtbron de
maximaal toegestane oliestroming kan
overschrijden.
95