Omni
2.3 Beeldscherm
Inschakelen kan met de aan/uit-knop op de
Omni-interface (B in afbeelding 2). Wanneer
u de Omni inschakelt, wordt de externe
bedieningskast ook actief. Sommige externe
invoerapparaten kunnen ook worden gebruikt
om het systeem in te schakelen. Dit is
afhankelijk van het type invoerapparaat van
de rolstoel. Afstellingen en instellingen kunnen
via de Omni en via de externe bedieningskast
worden uitgevoerd.
Wanneer de Omni is ingeschakeld, opent het
scherm uit afbeelding 3.
1. Accu indicator
Geeft aan hoe 'vol' de accu is
2. Snelheidsindicator
3. Kilometerteller
Weergave van de totaal gereden afstand
4. Kilometer / uur teller
Weergave van de actuele snelheid
5. Maximale snelheid
Weergave van de ingestelde maximum
snelheid
6.
7. Klok
Tijdweergave
8. Verstellingen (afbeelding 4)
Weergave van de gekozen elektrische
verstellingen
2.4 Gebruikersmenu
Wanneer de toetsen - en + tegelijkertijd worden
ingedrukt, wordt het gebruikersmenu geopend
(afbeelding 5). Via het gebruikersmenu
kunnen diverse functies worden ingesteld.
De commando's voor vooruit en achteruit
veranderen de geselecteerde functie. Rechts
van elke regel staat een > of een cijfer (tussen
< >). Het symbool > geeft aan dat u met een
commando rechts die functie opent. <3> geeft
aan dat de commando's links en rechts de
selectie voor die functie wijzigen.
1
2
3
4
5
6
8
De bedieningskast
7
9
3
4
5