Een afsluiter met een handwiel moet met normale handkracht worden bediend. Het met overmatige
•
kracht sluiten van de afsluiter kan de afsluiter beschadigen.
•
Een afsluiter met elektrische/pneumatische aandrijving moet door de signalen van het
besturingssysteem in zijn eindposities, d.w.z. GEOPEND en GESLOTEN, worden gebracht.
•
Het aansluiten van een aandrijving op het besturingssysteem van de installatie moet gebeuren volgens
de voorschriften in de handleiding van de aandrijving.
5. Als de pijpleiding moet worden doorgespoeld om onzuiverheden te verwijderen, moet de afsluiter 100 % worden
geopend.
Afsluiters met een aandrijving die door Stafsjö worden geleverd, zijn exact afgesteld op hun eindposities:
Deze afstelling mag niet worden gewijzigd zolang de afsluiter correct werkt.
Alleen voor afsluiters met elektrische aandrijving:
Zorg dat de actuatormotor stopt door het signaal van de eindschakelaar in gesloten en geopende stand
van de actuator. Overmatige kracht kan de afsluiter beschadigen. Het signaal van de
draaimomentschakelaar kan als signaal voor storingen worden gebruikt. Raadpleeg de handleiding van de
aandrijving voor meer informatie.
B6
Installatie in een ATEX-zone
Opmerking:
De handleiding van de aandrijving kan bijkomende voorschriften bevatten.
Deze ATEX-voorschriften gelden naast de andere voorschriften in dit document.
In zones met ATEX-classificatie mogen, overeenkomstig ATEX-richtlijn 2014/34/EU, alleen afsluiters met
ATEX-classificatie en de bijbehorende markeringen worden geïnstalleerd.
Aanvullende eisen zijn te vinden in de ATEX installatie-instructies van Stafsjö voor de respectievelijke
categorie.
Neem naast bovenstaande voorschriften ook het volgende in acht:
•
De afsluiter maakt deel uit van het aardingssysteem van de installatie.
•
De gebruiker heeft een risicoanalyse van de pijpleiding en de afsluiter uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen
van ATEX-richtlijn 2014/34/EU.
B7
Druktest na de installatie (indien noodzakelijk)
Elke afsluiter heeft vóór levering door de fabrikant een druktest ondergaan. Voor de druktest van het pijpdeel met
geïnstalleerde meskantafsluiter gelden de systeemvoorwaarden, zij het met de volgende beperkingen:
• De druktest mag niet meer bedragen dan 1,5 x max. werkdruk van het afsluiterhuis (zie de markering op de
afsluiter). De schuifplaat moet geopend zijn.
• Bij een druktest met de afsluiter in gesloten positie mag de druk niet hoger zijn dan 1,1 x de maximale verschildruk
in de aanbevolen drukrichting (zie datasheets), om overbelasting van de plaat te voorkomen.
Controleer bij deze test onmiddellijk de dichtheid van de pakkingbus. In geval van lekkage:
Haal de stopbusmoeren gelijkmatig, kruislings en beetje bij beetje aan tot de lekkage stopt. Haal de
moeren niet meer dan nodig aan!
Aanbevolen maximale aanhaalmoment
DN
Nm
Ibf x ft
DN 50 – DN 80
DN 100 – DN 150
20
25
15
18
DN 200 – DN 300
> DN 350
30
35
22
26
Document: is-VALVE, 21-02-11, uitgave: 15