B5
Installatieprocedure
Wanneer bij handwielbediende afsluiters het handwiel bij levering niet is gemonteerd, volgt u de stappen hieronder
om het handwiel op de afsluiter te monteren.
Handwiel met niet-stijgende spindel
1. Monteer het handwiel op de
afsluiter. Controleer of er geen
speling is tussen de aandrijving,
het lager en de yokeplaat. Zo ja,
verhelp de speling dan door de
spindel 360 graden tegen de
wijzers van de klok in te draaien.
Zet vervolgens het handwiel vast
met een borgmoer.
Nadat het handwiel is gemonteerd, installeert u de afsluiter in de pijpleiding (het pijpleidingsysteem).
Vergewis u van het volgende bij de installatie van de afsluiter:
•
De hartlijn van de afsluiter ligt in lijn met die van de geflenste
pijpleidingen.
•
De flensoppervlakken van de leiding en van de afsluiter moeten
exact evenwijdig zijn.
Als de flenzen en de afsluiter niet gecentreerd zijn, kan de afsluiter door erosie worden beschadigd en kan
vuilophoping ontstaan. Dit kan verstopping en corrosie van de afsluiter veroorzaken.
•
De afsluitertypen RKO en XV mogen alleen in gesloten positie worden geïnstalleerd.
•
Kleptypen SLV, SLF, SLH en SLX mogen uitsluitend in open stand worden geïnstalleerd!
Wanneer de SLV- en SLF-klephuizen bij het bodemdeksel gesloten zijn en/of wanneer de SLH- en SLX-
•
spoelpoorten met pluggen zijn afgesloten, raden wij aan om bij onderhoud door de spoelpoorten te
spoelen, indien de vloeistof niet zuiver is.
1. Plaats de pakkingen tussen het afsluiterhuis en de flens. Controleer of de pakking goed gecentreerd is en het
volledige oppervlak van de zittingafdekring bedekt.
Alleen voor de afsluitertypen WB < DN 600, SLV, SLF, SLH en SLX:
Deze afsluitertypen zijn uitgerust met geïntegreerde rubberen flenspakkingen. Extra pakkingen zijn niet
nodig.
2. Smeer de bouten. Dit maakt een correcte voorinstelling van de flens mogelijk en vergemakkelijkt het later
verwijderen van de bouten.
1. Zorg ervoor dat de
2. Monteer de handwielunit
veiligheidspen
op de trekstangen en zet
gemonteerd zit om de
deze vast met sluitringen en
schuifplaat te
moeren. Bevestig de
vergrendelen. Draai de
plaatkoppelbus op de plaat
moeren van de
en zet hem vast met de
trekstangen los en
borgpen en borgveren.
verwijder de tijdelijke
yokeplaat.
Handwiel met stijgende spindel
3. Verwijder de veiligheidspen.
Om veiligheidsredenen mag de
pen niet worden verwijderd
voordat het handwiel is
gemonteerd en de
plaatkoppelbus correct aan de
plaat is bevestigd.
Fig. 5
Document: is-VALVE, 21-02-11, uitgave: 15