nl
12. De dampkap opheffen en in de
boventoren schuiven zodat de vooraf
aangebrachte langsgaten met de
bevestigingsgaten op de module
overeenstemmen.
13. De dampkamp aan de boventoren
bevestigen (de meegeleverde M5
schroeven gebruiken).
14. De ondertoren door het verwijderen
van de kleefstroken losmaken en naar
beneden trekken tot deze op de kap
staat.
15. Bij de versie met circulatielucht: het
ombuigstuk met bevestigingsplaten en
uitblaasrooster aan de boventoren
50
bevestigen.
De
afgevoerde lucht tussen het ombuigstuk
en de module met behulp van de
slangklem.
Montage eendelige toren
1. Kunststof – De blinde stop op de
module verwijderen (4 stuks).
De plaatschroef op de module
uitdraaien (4 stuks).
3. Metalen clips in de buis schuiven en
in de moer insluiten, eventueel met
een hamer (4 stuks).
4. De buis langs beneden in de
motormodule
metaalclip binnen aan het deksel van
de motormodule ligt (4 x )..
slang
voor
de
schuiven
tot
de