opgewarmd is, voor het zetten van het
eerste kopje koffie.
4–2. BEREIDING VAN ESPRESSOKOFFIE
Controleer of alle handelingen uit
paragraaf 4.1 "inbedrijfstelling van het
apparaat" zijn verricht.
VOORVERWARMING
• Controleer of er voldoende water in
het reservoir (1) zit.
• Breng de filterdrager (12) zonder filter
aan in zetgroep.
• Druk op de hoofdschakelaar (9). Het
lampje (9a) gaat branden om aan te
geven dat de machine werkt.
• Wacht tot de machine de
werkingstemperatuur bereikt om
koffie te kunnen zetten. Het lampje
(10a) gaat branden als de temperatuur
bereikt is.
BEREIDING VAN ESPRESSOKOFFIE MET
EEN STANDAARD FILTERDRAGER
• Verwijder de filterdrager (12), selecteer
het 1-kopsfilter (14) als u één kopje
koffie wilt zetten, of het 2-kopsfilter
(15) als u twee kopjes koffie wilt zetten,
en breng het in de filterdrager aan, als
de voorverwarming afgerond is.
• Vul het filter met één of twee schepjes
gemalen koffie (één schepje per
kopie koffie), afhankelijk van het
geselecteerde filter. Strijk de koffie
glad en druk hem iets aan met de
specifieke koffiestamper (16).
• Verwijder eventuele koffieresten van
de filterrand, plaats de filterdrager (12)
in de zetgroep (5) en beweeg hem naar
rechts om hem in de zetgroep vast te
zetten.
• Plaats één of twee voorverwarmde
kopjes op het rooster (7) onder de
filterdrager en druk op de schakelaar
koffie/heet water (10). De manometer
(3) toont de werkdruk.
• Onderbreek de afgifte door opnieuw
op de schakelaar (10) te drukken als de
gewenste hoeveelheid koffie is gezet.
Houd de filterdrager op diens plaats.
• Verwijder de filterdrager door de
handgreep van rechts naar links te
bewegen.
• Verwijder de gebruikte koffie door het
filter op diens plaats te houden, de
filterdrager om te draaien en deze leeg
te kloppen.
Het 1-kopsfilter is geschikt voor
het gebruik van ESE-pads.
• Wacht na het inschakelen
ongeveer 6 minuten tot de
machine de ideale temperatuur
voor het zetten van het eerste
kopje koffie heeft bereikt
• Voor een optimale espresso is
het belangrijk om juist gebrande
en goed gemalen koffie van een
uitstekende kwaliteit te gebruiken.
• De espressomachine met pomp
vereist het gebruik van een fijn
gemalen melange; als de maling
te grof is, krijgt u lichte en slappe
koffie zonder crema, als deze te
fijn is krijgt u donkere en sterke
koffie met weinig crema.
• Het wordt aanbevolen om de
koffie op het moment van gebruik
te malen met een koffiemolen,
omdat reeds gemalen koffie
binnen korte tijd zijn aroma
verliest.
Aanbevolen wordt een afgifte van
maximaal 30 seconden.
• Raak hete oppervlakken
(filterdrager, ketel, stoombuisje,
zetgroep) niet aan om
brandwonden te voorkomen.
• Verwijder de filterdrager niet
66