Nederlands–2
Als u de eBike parkeert, verwijdert u de boordcomputer.
Het is mogelijk om de boordcomputer in de houder tegen het
verwijderen te beveiligen. Demonteer hiervoor de houder 4
van het stuur. Plaats de boordcomputer in de houder. Schroef
de blokkeerschroef 15 (schroefdraad M3, 8 mm lang) van on-
deren in de daarvoor bestemde schroefdraad van de houder.
Monteer de houder opnieuw op het stuur.
Gebruik
Ingebruikneming
Voorwaarden
Het eBike-systeem kan alleen geactiveerd worden als de vol-
gende voorwaarden vervuld zijn:
– Een voldoende geladen accu is geplaatst (zie gebruiksaan-
wijzing van de accu).
– De boordcomputer is juist in de houder geplaatst (zie
„Boordcomputer plaatsen en uitnemen", pagina
Nederlands–1).
– De snelheidssensor is correct aangesloten (zie gebruiks-
aanwijzing van de aandrijfeenheid).
eBike-systeem in- en uitschakelen
Als u het eBike-systeem wilt inschakelen, heeft u de volgen-
de mogelijkheden:
– Is de boordcomputer bij het aanbrengen in de houder al in-
geschakeld, dan wordt het eBike-systeem automatisch in-
geschakeld.
– Druk bij een geplaatste boordcomputer en geplaatste
eBike-accu een keer kort op de aan/uittoets 5 van de
boordcomputer.
– Druk bij een geplaatste boordcomputer op de aan-/uittoets
van de eBike-accu (zie gebruiksaanwijzing van de accu).
De aandrijving wordt geactiveerd zodra u op de pedalen trapt
(behalve bij de functie duwhulp of in het ondersteuningsni-
veau „OFF"). Het motorvermogen richt zich naar het ingestel-
de ondersteuningsniveau aan de boordcomputer. Zodra het
systeem geactiveerd wordt, verschijnt gedurende korte tijd
„Active Line/Performance Line" op het display.
Zodra u bij normaal gebruik niet meer op de pedalen trapt of
zodra u een snelheid van 25/45 km per uur heeft bereikt,
wordt de ondersteuning door de aandrijving van de eBike uit-
geschakeld. De aandrijving wordt automatisch weer geacti-
veerd zodra u op de pedalen trapt of de snelheid onder
25/45 km per uur daalt.
Als u het eBike-systeem wilt uitschakelen, heeft u de volgen-
de mogelijkheden:
– Druk op de aan-/uittoets 5 van de boordcomputer.
– Schakel de eBike-accu aan de aan-/uittoets uit (zie ge-
bruiksaanwijzing van de accu).
– Verwijder de boordcomputer uit de houder.
Als de eBike zo'n 10 minuten lang niet beweegt en er geen knop
op de boordcomputer wordt ingedrukt, zal het eBike-systeem
zichzelf automatisch uitschakelen om energie te besparen.
1 270 020 XBI | (11.4.16)
eShift (optioneel)
eShift omvat de integratie van automatische schakelsyste-
men in het eBike-systeem. Om de bestuurder optimaal van
ondersteuning te voorzien, zijn de functieweergave en het
menu met basisinstellingen speciaal aangepast voor de func-
tie „eShift".
eShift met NuVinci H|Sync
Via een vooraf gedefinieerde voorkeurstrapfrequentie wordt
al naar gelang uw snelheid automatisch de meest optimale
versnelling ingesteld. In de handmatige modus is het mogelijk
om tussen meerdere versnellingen te kiezen.
In de modus „ NuVinci Trapfreq." kunt u met de toetsen
„–" resp. „+" aan de bedieningseenheid de gewenste trap-
frequentie verhogen of verlagen. Als u de toetsen „–" resp.
„+" ingedrukt houdt, verhoogt of verlaagt, dan vermindert u
de trapfrequentie in stappen van vijf. De gewenste trapfre-
quentie wordt op het display weergegeven.
In de modus „ NuVinci Versnelling" kunt u met de toetsen
„–" resp. „+" aan de bedieningseenheid tussen meerdere
vaste overbrengingen vooruit en terugschakelen. De telkens
gekozen overbrenging (versnelling) wordt op het display
weergegeven.
eShift met SRAM DD3 Pulse
De naafschakeling van de SRAM DD3 Pulse werkt afhankelijk
van de snelheid. Hierbij wordt onafhankelijk van de gekozen
versnelling van de kettingschakeling een van de drie versnel-
lingen van de naafschakeling automatisch gekozen
„ Autom. versn. keuze".
Bij elke versnellingswissel van de naafschakeling wordt de ge-
kozen versnelling kortstondig op het display weergegeven.
Als de eBike vanuit een snelheid van boven de 10 km/u tot
stilstand wordt gebracht, kan het systeem automatisch terug-
schakelen naar een vooraf ingestelde „Startversnelling". De
„Startversnelling" kan in het menu met basisinstellingen
worden ingesteld (zie „Basisinstellingen weergeven en aan-
passen", pagina Nederlands–5).
In de modus „ Versnelling" kunt u met de toetsen„–" resp.
„+" aan de bedieningseenheid tussen meerdere vaste over-
brengingen vooruit en terugschakelen. De gekozen overbren-
ging (versnelling) wordt op het display weergegeven.
Ook in de handmatige modus „ Versnelling" kan het sy-
steem automatisch terugschakelen naar een ingestelde
„Startversnelling" .
Omdat de aandrijfeenheid de schakelbewerking herkent en
daarom de motorondersteuning kortstondig reduceert, is ook
het schakelen onder last of op een helling altijd mogelijk.
eShift met Shimano Di2
Voor Shimano eShift schakelt u de versnelling via de Shima-
no-stuurhendel.
Bij elke versnellingswissel van de naafschakeling wordt de ge-
kozen versnelling kortstondig op het display weergegeven.
Bosch eBike Systems