- Werp de accu('s) niet in een vuur. De accu kan
exploderen. Raadpleeg de lokale regelgeving voor
mogelijke speciale verwerkingsvereisten.
- Open of vervorm de accu('s) niet. Het elek-
trolyt is agressief en kan letsel toebrengen aan de
ogen en huid. Het kan giftig zijn bij inslikken.
- Laad de accu niet op in de regen of op een natte plaats.
11.
Houd de handgreep altijd stevig vast.
12. Zorg dat u stevig staat op hellingen.
13. Loop gewoon en ren niet.
14. Raak het snijblad of andere scherpe randen niet
aan bij het optillen of dragen van de grasmaaier.
15. Lichamelijke conditie - Gebruik de grasmaaier niet
onder de invloed van alcohol, stimulerende of verdo-
vende middelen, of na het innemen van medicijnen.
16. Houd uw handen en voeten uit de buurt van het
draaiende snijblad. Let op - Het snijblad blijft
nadraaien nadat de grasmaaier is uitgeschakeld.
17. Gebruik uitsluitend de in deze handleiding
door de fabrikant voorgeschreven snijbladen.
18. Controleer vóór gebruik zorgvuldig de snijbla-
den en de bouten van de snijbladen op barsten
of andere beschadigingen. Vervang gebarsten
of beschadigde snijbladen of bouten van de
snijbladen onmiddellijk.
19. Zorg dat er geen andere personen in de buurt
zijn voordat u met maaien begint. Stop de
grasmaaier wanneer er iemand nadert.
20. Verwijder vóór het maaien eerst obstakels en
voorwerpen zoals stenen, ijzerdraad, glas,
botten en grote takken uit uw werkgebied, om
schade aan de grasmaaier en persoonlijk letsel
te voorkomen.
21. Stop het gebruik onmiddellijk wanner u iets
vreemds bemerkt. Schakel de grasmaaier uit
en verwijder de contactsleutel. Inspecteer
vervolgens de grasmaaier.
22. Als de grasmaaier is uitgerust met een maai-
hoogte-instelling, mag u nooit de maaihoogte
veranderen terwijl de grasmaaier draait.
23. Laat de schakelhendel los en wacht tot het
snijblad gestopt is voordat u een tuinpad,
trottoir, oprijlaan, straat of weg oversteekt, of
enig terrein waar grind ligt. Verwijder de con-
tactsleutel ook wanneer u de grasmaaier even
achterlaat, wanneer u een eindje verder iets
moet oprapen, of als u om enige andere reden
afgeleid bent van waar u mee bezig was.
24. Als het snijblad van de grasmaaier een voor-
werp raakt, kan ernstig letsel worden veroor-
zaakt. Controleer altijd vóór het maaien het gras
op voorwerpen die hinder of gevaar kunnen
veroorzaken en verwijder ze op afdoende wijze.
25. Als de grasmaaier een vreemd voorwerp raakt,
gaat u als volgt te werk:
- Stop de grasmaaier, laat de schakelhendel
los en wacht tot het snijblad helemaal tot stil-
stand is gekomen.
- Verwijder de contactsleutel en de accu.
- Controleer de grasmaaier zorgvuldig op
beschadigingen.
- Vervang het snijblad als het op enige wijze
beschadigd is. Repareer alle beschadigingen
voordat u de grasmaaier opnieuw start en in
gebruik neemt.
26. Controleer veelvuldig de grasmand op slijtage
en beschadigingen. Voor de opslag, verzekert
u uzelf ervan dat de grasmand leeg is. Vervang
een versleten grasmand uit veiligheidsover-
wegingen altijd door een origineel, nieuw
vervangingsonderdeel.
27. Wees uiterst voorzichtig wanneer u de gras-
maaier achteruit laat rijden of naar u toe trekt.
28. Stop de snijblad(en) wanneer u de grasmaaier moet
kantelen om hem te verplaatsen over een ander
oppervlak dan gras, en ook wanneer u de gras-
maaier vervoert van of naar het te maaien terrein.
29. Gebruik de grasmaaier in geen geval wanneer
de beveiligingskappen of schermen defect
zijn, of wanneer beveiligingsdelen zoals de
keerschotten en/of grasmand afwezig zijn.
30. Schakel de grasmaaier zorgvuldig in volgens
de voorschriften, met uw voeten op veilige
afstand van de snijblad(en).
31. Kantel de grasmaaier niet wanneer u de motor
inschakelt, behalve wanneer het noodzakelijk
is de grasmaaier iets te kantelen om de motor
te starten. In dat geval kantelt u hem niet ver-
der dan strikt noodzakelijk en tilt u alleen het
van u afgerichte deel iets omhoog.
32. Start de grasmaaier niet terwijl u recht voor de
uitwerpopening staat.
33. Plaats nooit uw handen of voeten onder of
vlakbij de draaiende onderdelen. Blijf steeds
uit de buurt van de uitwerpopening.
34. Vervoer de grasmaaier niet terwijl de gras-
maaier is ingeschakeld.
35. Stop de grasmaaier en verwijder de blokkade.
Let goed op dat alle bewegende onderdelen
volledig tot stilstand zijn gekomen
- wanneer u de grasmaaier achterlaat;
- voor het opheffen van een blokkering of het
vrijmaken van het uitwerpkanaal;
- voor het controleren, reinigen of werken aan
de grasmaaier;
- na het raken van een vreemd voorwerp.
Inspecteer de grasmaaier op schade en ver-
richt de nodige reparaties alvorens u de gras-
maaier opnieuw start en in gebruik neemt.
36. Als de grasmaaier abnormaal gaat trillen of
schudden (onmiddellijk controleren)
- inspecteer op schade;
- vervang of repareer alle beschadigde delen;
- controleer op loszittende delen en zet die goed vast.
37. Wees uiterst voorzichtig tijdens het bijstellen
van de grasmaaier om te voorkomen dat uw
vingers bekneld raken tussen het draaiende
snijblad en de vaste delen van de grasmaaier.
38. Maai altijd horizontaal langs een glooiing,
nooit omhoog en omlaag. Wees uiterst voor-
zichtig wanneer u op een hellend vlak van
richting verandert. Probeer niet om te maaien
op al te steile hellingen.
39. Controleer veelvuldig of de snijbladbevesti-
gingsbout stevig vast zit.
40. Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven
stevig zijn aangedraaid, om het gereedschap
veilig te kunnen gebruiken.
41. Laat de grasmaaier altijd eerst afkoelen voor-
dat u hem opbergt.
51 NEDERLANDS