NL
Beschrijving
De weeginrichting is geschikt voor
het continu afwegen van graan en
andere granulaten.
Bij juist gebruik en opstelling werkt
de weeginrichting met een nauwke-
urigheid van minstens +/- 1%. De
weeginrichting mag echter niet voor
handelsdoeleinden worden ge-
bruikt.
De weegbak bestaat uit twee afde-
lingen. De ene afdeling wordt ge-
vuld terwijl de andere wordt
geleegd.
De weeginrichting kan tot ca. 8 ton
gerst per uur afwegen. De capaci-
teit hangt af van het te wegen
mate-riaal.
Beide afdelingen in de weegbak
hebben een inhoud van ca. 26 liter.
De weeginrichting wordt door de
fabriek ingesteld voor het wegen
van porties van 10 kg. De grootte
van de porties kan worden veran-
derd tot resp. 6 en 12 kg.
Eigen gewicht zonder extra's: 30
kg.
Opstelling
De weeginrichting moet op een
stabiele onderlaag staan. Het
grondoppervlak moet waterpas zijn.
De weeginrichting moet aan alle
kanten bereikbaar zijn voor controle
en reinigen. Een eventuele stofkap
moet afneembaar zijn en mag niet
hinderen bij het wegen.
De weeginrichting kan rechtstreeks
van een silo afwegen. Maar de
toevoer moet worden geregeld met
b.v. een schuifklep, ingesteld op de
capaciteit van de weeginrichting.
De schuifklep wordt ook gebruikt
om de toevoer af te sluiten als de
weeginstallatie niet wordt gebruikt.
De weeginrichting kan direct afvoe-
ren naar een silo of via een af-
voertrechter (extra onderdeel) naar
een vijzel of een ander soort trans-
porteur. De afvoer moet zodanig
worden afgesteld dat het materiaal
net zo snel wordt afgevoerd als het
wordt gewogen. Anders wordt de
weeginrichting gehinderd in zijn
werk.
Als het materiaal wordt aangevoerd
door een lange buisleiding waarin
het vrij valt, krijgt het vaak grote
snelheid. Dat kan een slechte ver-
deling in de weeginrichting tot ge-
volg hebben en onnauwkeurige
weging door de toegevoerde val-
energie. Gebruik bij zulke opstellin-
gen een tussenstuk met afrem-
rooster (extra onderdeel). Hierdoor
wordt het graan afgeremd en ver-
deeld in de toevoer van de weegin-
richting.
Als de afvoer wordt aangesloten op
een gesloten buizensysteem, wordt
aanbevolen een 2-wegs verdeler
aan te brengen onder de af-
voertrechter van de weeginrichting.
De 2-wegs verdeler vergemakkelijkt
het verzamelen van het afgewogen
materiaal bij een controleweging.
Instelling van de
grootte van de por-
ties
De weeginrichting is door de fa-
briek ingesteld op het afwegen van
porties van 10 kg. Als het af te
wegen materiaal zo licht is dat het
niet in de weegbak kan, kunnen de
porties worden verminderd door
een of meer van de contra-gewich-
ten te verwijderen die onder de
weegarm (A) zijn gemonteerd. Bij
afwegen van zwaar materiaal kun-
nen de porties worden vergroot
door meer contra-gewichten te
monteren (extra onderdelen).
De grootte van de porties kan wor-
den veranderd van 6 tot 12 kg.
Na verandering van de af te wegen
hoeveelheden, wordt een control-
eweging gedaan.
Controleweging
De weeginrichting wordt alleen
optimaal gebruikt als er gemakkelijk
een controleweging kan worden
gedaan. Zie onderdeel „opstelling".
Terwijl de weeginrichting onder
normale omstandigheden werkt,
wordt het materiaal van twee we-
gingen verzameld (uit iedere afde-
ling van de weegbak één) en af-
gewogen op een nauwkeurige
weegschaal.
Als de hoeveelheid te groot is,
moet het schuifgewicht (B) naar het
midden van de weeginrichting wor-
den geschoven. Is de hoeveelheid
te klein, dan schuift men het schuif-
gewicht naar buiten (naar rechts).
De proef herhalen tot het juiste
resultaat is bereikt.
13