• Lucht bij atmosferische druk (In Air)
• O
met een gekende concentratie (Direct value). Het gas kan wel of niet opgelost zijn.
3
De procedure is dezelfde als bij de O
sensor de O
tijdens de kalibratie. De O
2
zich gedraagt in de O
van O
en O
, duurt het lang voor de O
2
3
na een "O
in air"-kalibratie, kunnen er negatieve waarden weergegeven worden.
3
7.4.3 TC-sensorkalibratie
7.4.3.1 Kalibratie van het gemeten gas
1. Voor een kalibratieproces gestart wordt, moeten de kalibratieparameters ingesteld worden door
op de toets Modify te drukken. De laatste kalibratieparameters zijn opgeslagen, dus kan deze
stap overgeslagen worden als de juiste parameters reeds ingesteld waren. Zo ook kan, als enkel
de kalibratiewaarde gewijzigd is, deze rechtstreeks geüpdatet worden in plaats van de toets
Modify in te drukken.
Optie
Gas Phase (gasfase)
Gas unit type
(gaseenheidstype)
Gas unit (gaseenheid)
Liquid (vloeistof)
Waarde
Hold during calibration
(vasthouden tijdens kalibratie
of verificatie)
Automatic calibration stop
(automatische kalibratiestop)
2. Druk op OK om de kalibratie te starten
• Er verschijnt een kalibratiescherm met de huidige meetgegevens die continu geüpdatet
worden.
• De waarde "% ideal current" is een stroompercentage ten opzichte van de ideale stroom voor
het gekozen membraantype. Als dit percentage niet binnen het aanvaardbare bereik valt,
verschijnt een foutmelding en mislukt het kalibratieproces. Er kan een waarschuwing
verschijnen als deze waarde in de buurt van de limieten komt terwijl de kalibratie echter nog
acceptabel is.
• Het bericht verschijnt eerst in het resultatenscherm. Het dialoogvenster met de foutmelding of
de waarschuwing wordt weergegeven als de toets Finish ingedrukt wordt.
• De waarde "% last calibration" geeft de verhouding aan tussen de huidige meting en de vorige
sensorkalibratie.
• De waarde "% variation" geeft de variatie aan tussen de laatste 3 metingen oftewel de
stabiliteit van de metingen. Er is een zo laag mogelijke variatie nodig voor een nauwkeurige
kalibratie.
• In het scherm worden de huidige kalibratieparameters weergegeven en de huidige gelezen
waarden (temperatuur, barometer, stroom).
190 Nederlands
-sensor. In geval van de "In air"-kalibratie (met lucht), meet de
2
-coëfficiënt wordt afgeleid aan de hand van hoe de sensor
3
. Aangezien een andere spanning gebruikt wordt bij de anode voor het meten
2
-meting gestabiliseerd is. Om de follow-up mogelijk te maken
3
Beschrijving
Selecteer liquid (vloeistof) of gas (enkel directe kalibratie)
Partial (partieel), fraction (fractie) of dissolved (opgelost)
('dissolved' enkel voor kalibratie in een vloeistof)
De lijst van beschikbare eenheden is afhankelijk van het
hierboven geselecteerd eenheidstype.
Vink aan naar behoefte.
Voer de gasconcentratie in overeenkomstig de waarde bij
het kalibratiemedium.
Staat standaard ingeschakeld; stopt alle signalen van het
instrument tijdens de kalibratie om te voorkomen dat
ongeldige informatie verstuurd wordt naar aangesloten
apparatuur.
Als dit ingeschakeld is en het stabiliteitscriterium wordt
bereikt, dan stopt het kalibratieproces automatisch.