LET OP
Om de veiligheid en de juiste werking van de systeeminterface
te kunnen garanderen, moet de inbedrijfstelling worden
uitgevoerd door een bevoegde monteur, die een door de wet
erkende kwalifi catie bezit.
Inschakelprocedure
-
Steek de systeeminterface in de aansluitslede door hem zachtjes
naar beneden toe te drukken. Na een korte initialisatie is de
systeeminterface aangesloten;
-
Op het display verschijnt "Taal selecteren". Draai aan de knop en
selecteer de gewenste taal. Druk op de toets OK om te bevestigen.
-
Op het display worden de datum en de tijd weergegeven.
Selecteer de dag met de draaiknop, druk op de toets OK, draai aan
de knop om de exacte dag in te stellen, druk op de toets OK om te
bevestigen en ga over tot de selectie van de maand en vervolgens
van het jaar door de instelling steeds met de toets OK te bevestigen.
Draai aan de knop om de tijd te selecteren, druk op de toets OK,
draai aan de knop om de exacte tijd in te stellen, druk op de toets
OK om te bevestigen en ga over tot de selectie en instelling van de
minuten. Druk op de toets OK om te bevestigen.
Draai aan de knop en selecteer zomertijd, druk op de toets OK,
selecteer auto of handmatig, druk op de toets OK.
Op het display wordt weergegeven:
- Selectie van het land
Volg nu stap voor stap de aanwijzingen die steeds op het display
worden weergegeven.
OPMERKING:
Stel de parameter in:
- 9.1.0
Hydraulisch schema
anders geeft het systeem de overeenstemmende foutmelding
weer:
- 940
"hydraulisch schema defi niëren"
Toegang technisch gebied
- Druk tegelijkertijd op de toetsen Terug "
"Invoeren code" verschijnt.
-
Draai aan de knop om de technische code (234) in te voeren; druk op de
toets OK, op het display verschijnt TECHNISCH GEBIED.
- Taal, datum en tijd
- Instelling BUS-netwerk
- Volledig menu
- Confi guratiewizard
- Onderhoud
- Fouten
Instelling tweede zone
Draai aan de knop en selecteer:
- INSTELLINGEN BUS-NETWERK Bridgenet
Op het display wordt de lijst met de op het systeem aangesloten
inrichtingen weergegeven:
- Systeeminterface (lokaal)
- Energy Manager
- Multizone bediening
Draai aan de knop om de correcte zone in te stellen waaraan de
systeeminterface gekoppeld is, en selecteer:
- Systeeminterface (lokaal)
Druk op de toets OK.
Draai aan de knop en stel de juiste zone in. Druk op de toets OK om de
instelling te bevestigen.
58
Draai aan de knop en selecteer:
- VOLLEDIG MENU (voor de complete parameterlijst verwijzen wij
naar de hierna gegeven tabel)
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9
PARAMETERS HYBRIDE
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.0
Gebruiksparameters
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.0.0
Hybride modus
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
- 0. Auto
(automatische bedrijfsmodus)
- 1. Alleen ketel
" en "OK" totdat op het display
(sluit werking van de warmtepomp uit)
- 2. Alleen warmtepomp
(sluit werking van de ketel uit)
Druk op de toets OK.
Draai aan de knop en selecteer:
9.0.1
Logica Energy Manager
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
- Max. besparing (het systeem werkt om een maximale besparing te halen)
- Max. ecologie (het systeem werkt met het oog op een maximale
milieubescherming)
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.0.2
ECO / COMFORT
Druk op de toets OK.
Bepaalt de responsietijd van de ketel, gaande van de maximale energiebesparing
(ECO PLUS) tot de meest comfortabele (COMFORT PLUS).
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.0.4
Inschakelen van de stille modus
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
- ON (reduceert het geluid van de warmtepomp)
- OFF (schakelt de warmtepomp uit)
Druk op de toets OK.
Draai aan de knop en selecteer:
9.1
Energiekosten 1
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.1.1
Comp Aanvoertemp WP
Defi nieert de compensatie in °C van het setpoint van de aanvoertemperatuur
van de warmtepomp veroorzaakt door thermische dispersie in de hydraulische
aansluitingen tussen warmtepomp en de hydraulische module.
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.1.2
Buitentemp x Deactivering Verwarming
Het systeem sluit de ketel uit als de buitentemperatuur hoger is dan de
ingestelde waarde.
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.1.3
Buitentemp. x Deactivering WP
Het systeem sluit de warmtepomp uit als de buitentemperatuur hoger is dan
de ingestelde waarde.
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.1.6
Uitgang AUX 1 confi g.
Confi gureert de functie geassocieerd met de AFR-uitgang met de volgende
waarden:
- 0. Geen
- 1. Alarm (het contact wordt in geval van een fout gesloten)
- 2. Alarm vochtigheidsregelaar (niet actief)
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.1.7
Uitgang AUX 2 confi g.
Confi gureert de functie geassocieerd met de AFR-uitgang met de volgende
waarden:
- 0. Geen
- 1. Alarm (het contact wordt in geval van een fout gesloten)
- 2. Alarm vochtigheidsregelaar (niet actief)
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.1.8
Ingang AUX 1 confi g.
Confi gureert de functie geassocieerd met de ingang met de volgende waarden:
- 0. Geen
- 1. Vochtigheidssensor (wanneer de ingang IN AUX 1 wordt gesloten zal de
warmtepomp uitschakelen) (niet actief)
Druk op de toets OK.
Draai aan de knop en selecteer:
9.2
Instellingen energietarieven
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.2.0
Min Verhouding Kosten Elektriciteit/Gas
Defi nieert de minimaal toelaatbare verhouding (0,5) tussen de eenheidsprijs
per kWh elektriciteit en de eenheidsprijs voor gas.
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.2.1
Max Verhouding Kosten Elektriciteit/Gas
Defi nieert de maximaal toelaatbare verhouding (4) tussen de eenheidsprijs
per kWh elektriciteit en de eenheidsprijs voor gas.
Druk op de toets OK. Draai aan de knop en selecteer:
9.2.2
Verhouding Primaire Energie /Elek Energie
Defi nieert de omzettingsfactor tussen primair energieverbruik en elektrisch
energieverbruik van de warmtepomp.