Constructie van de dynamische heupabductie orthese
Aanmeten en instellen van de orthese
Voorzijde 2990
Stap 1
Leg het kindje op de rug en positioneer de heupjes in 90º flexie (Afb� 1) en de beentjes in ieder
30º abductie (Afb� 2)� Meet nu de afstand tussen de beide knieën (Afb� 3)�
1
2
90˚
Stap 2
De breedte van het metalen frame kan ingesteld worden door beide kruiskopschroeven aan de
achterzijde te verwijderen (Afb� 4)� Plaats eventueel de meegeleverde inbussleutel op de flensmoer
aan de binnenzijde van het frame voor tegendruk� Stel het frame nu in op een breedte zodat de
afstand tussen de manchetten van de orthese zoveel mogelijk overeen komt met de gemeten
afstand in stap 1 (Afb� 5)� Plaats de schroeven op de gewenste positie terug en draai deze stevig
vast in de flensmoeren�
4
5
2
Achterzijde 2990
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1 0
11
12
13
14
5
16
17
Stap 3
Open de klittenbanden van de borstband en beide manchetten en leg de orthese vlak neer� Leg
het patiëntje met de rug op het rugdeel� Vorm nu de manchet om het beentje en over de schaaflap
(Afb� 6)� Sluit vervolgens het klittenband� Herhaal dit bij het andere beentje (Afb� 7)� Sluit hierna
tevens de borstband (Afb� 8)�
6
7
Stap 4
De speling van het manchet tot de knieholte mag maximaal een vingerdikte zijn� Eventueel kan het
manchet iets naar voren of achteren geschoven worden� Duw hiervoor het nokje vanuit de vergrendeling
iets omhoog (Afb� 9�1) en verschuif het manchet in de optimale positie (Afb� 9�2)� Laat het nokje los zodat
deze vastklikt� Voor een juiste symmetrie van de manchetten zijn de posities genummerd (Afb� 10)�
9
10
1
2
Stap 5
Standaard is het scharnier van de orthese dynamisch ingesteld van 0º tot 90º flexie en 30º tot 0º
abductie (Afb� 11)� Alleen op aangeven van de behandelend arts kan de abductiehoek traploos
worden ingesteld tot 0º� Plaats hiervoor de meegeleverde inbussleutel in de opening, naast de
gradenboog, aan de achterzijde van het scharnier� Draai met de klok mee om de abductiehoek te
verkleinen (Afb� 12)� Het driehoekje onder de gradenboog geldt als referentiepunt�
11
12
8
3