mogelijk is kan het afgezaagde werkstuk door
het zaagblad gegrepen worden en worden
weggeslingerd.
•
Vermijd ongunstige handplaatsing, waarbij
door een plotselinge verschuiving een of
beide handen in het zaagblad kunnen komen.
•
Laat het zaagblad, voordat u met zagen
begint, op volle toeren komen.
•
Druk de zaagkop zo naar beneden dat de
motor niet wordt overbelast en het zaagblad
niet vastloopt.
•
Gaat u klemmend materiaal verwijderen, laat
dan eerst het zaagblad tot stilstand komen.
Schakel de zaag uit en trek de stekker uit het
stopcontact.
•
Houd de zaagkop na het beëindigen van het
zaagproces naar beneden, laat de schakelaar
los en wacht tot alle bewegende delen tot
stilstand zijn gekomen, voordat u uw handen
bij de machine weghaalt.
Motor
•
Sluit de machine aan op een 220/230 V~
stopcontact.
•
Wanneer de motor niet start, moet direct de
schakelaar losgelaten worden. Haal de
stekker uit het stopcontact. Controleer het
zaagblad op een vrije loop. Als het blad vrij
loopt, de machine nog eens starten.
Om beschadiging aan de motor te
voorkomen moet deze regelmatig van
zaagspanen en stof worden vrijgemaakt
en dit om een ideale koeling te
verzekeren.
•
Wanneer de motor tijdens het zagen
plotseling stilstaat, moet direct de schakelaar
worden losgelaten. Maak het zaagblad los
van het werkstuk, waarna met het zagen
verder kan worden gegaan.
•
Bij gebruik van lange kabels en een te kleine
diameter ontstaat spanningsverlies, die
aanleiding geeft tot problemen met de motor.
•
Bij een lengte van het snoer tot 15 meter dient
een diameter gebruikt te worden van 1,5 mm
•
Bij een lengte van het snoer van 15 - 40 meter
dient een diameter gebruikt te worden van 2,5
mm
.
2
3. Montage accessoires
Installatie van de afkortzaag
Fig. 1 en 2
•
Steek verlengstuk (21) aan de rechterkant in
de machine, en steek het andere verlengstuk
(21) aan de linker kant in de machine.
•
Draai de klemschroeven (23) los en schuif de
geleidestangen in de opnamen.
•
Draai de klemschroeven weer vast (23).
•
Steek werkstukklem (7) aan de linker- of
rechterkant in de machine.
•
Pak de handgreep vast en beweeg de
afkortzaag iets omlaag en trek pen (5) iets
naar buiten zodat de machine vrij komt.
Let op: gebruik de afkortzaag nooit zonder
meegeleverde verlengstukken. Zorg ervoor dat ze
correct gemonteerd worden.
Inzetstuk voor de geleidingsaanslag
Om veiligheidsredenen is deze machine voorzien
van een inzetstuk voor de geleidingsaanslag bij
het gebruik van de machine voor afkorten en
verstekzagen.
•
Voor afkorten moet het inzetstuk voor de
geleidingsaanslag op de machine
gemonteerd blijven (fig. 6).
•
Voor verstekzagen moet het inzetstuk voor de
geleidingsaanslag op de machine
gemonteerd blijven (fig. 7).
•
Voor afschuinen moet het inzetstuk voor de
geleidingsaanslag zoals afgebeeld van de
machine worden verwijderd (fig. 7).
Bevestigen van de stabiliteitsbeugel.
•
Bevestig de stabiliteitsbeugel aan het
schroefgat, aan de achterkant van de
machine.
•
Draai de schroef goed aan om de
stabiliteitsbeugel vast te zetten.
Wisselen van het zaagblad
Fig. 4
.
2
Gebruik alleen zaagbladen die scherp en
onbeschadigd zijn. Gebarsten of verbogen
zaagbladen dient u meteen te vervangen.
•
Zorg dat de stekker uit het stopcontact is!
•
Vergrendel de kop van de machine in de
hoogste stand.
NL
21