Slijpschijven,
flenzen,
ander toebehoren moeten nauwkeurig op de
uitgaande as van het elektrische gereed-
schap passen. Inzetgereedschappen die niet
nauwkeurig op de uitgaande as van het elektrische
gereedschap passen, draaien ongelijkmatig, trillen
sterk en kunnen tot het verlies van de controle lei-
den.
Gebruik geen beschadigde inzetgereed-
schappen. Controleer voor het gebruik altijd
inzetgereedschappen zoals slijpschijven op
afsplinteringen en scheuren, steunschijven
op scheuren of sterke slijtage en draadbor-
stels op losse of gebroken draden. Als het
elektrische gereedschap of het inzetgereed-
schap valt, dient u te controleren of het
beschadigd is, of gebruik een onbeschadigd
inzetgereedschap. Als u het inzetgereed-
schap hebt gecontroleerd en ingezet, laat u
het elektrische gereedschap een minuut
lang met het maximale toerental lopen.
Daarbij dient u en dienen andere personen
uit de buurt van het ronddraaiende inzetge-
reedschap te blijven. Beschadigde inzetgereed-
schappen breken meestal gedurende deze
testtijd.
Draag persoonlijke beschermende uitrus-
ting. Gebruik afhankelijk van de toepassing
een volledige gezichtsbescherming, oogbe-
scherming of veiligheidsbril. Draag voor
zover van toepassing een stofmasker, een
gehoorbescherming, werkhandschoenen of
een speciaal schort dat kleine slijp- en mate-
riaaldeeltjes tegenhoudt. Uw ogen moeten
worden beschermd tegen wegvliegende deeltjes
die bij verschillende toepassingen ontstaan. Een
stof- of adembeschermingsmasker moet het bij de
toepassing ontstaande stof filteren. Als u lang
wordt blootgesteld aan luid lawaai, kan uw gehoor
worden beschadigd.
Let erop dat andere personen zich op een
veilige afstand bevinden van de plaats waar
u werkt. Iedereen die de werkomgeving
betreedt, moet persoonlijke beschermende
uitrusting dragen. Brokstukken van het werkstuk
of gebroken inzetgereedschappen kunnen weg-
vliegen en verwondingen veroorzaken, ook buiten
de directe werkomgeving.
Houd het gereedschap alleen aan de geïso-
leerde greepvlakken vast als u werkzaamhe-
den uitvoert waarbij het inzetgereedschap
verborgen stroomleidingen of de eigen
stroomkabel kan raken. Contact met een onder
spanning staande leiding kan ook metalen delen
van het gereedschap onder spanning zetten en tot
een elektrische schok leiden.
110 | Nederlands
steunschijven
en
Houd de stroomkabel uit de buurt van
draaiende inzetgereedschappen. Als u de
controle over het elektrische gereedschap verliest,
kan de stroomkabel worden doorgesneden of
meegenomen en uw hand of arm kan in het rond-
draaiende inzetgereedschap terechtkomen.
Leg het elektrische gereedschap nooit neer
voordat het inzetgereedschap volledig tot
stilstand is gekomen. Het draaiende inzetge-
reedschap kan in contact komen met het opper-
vlak, waardoor u de controle over het elektrische
gereedschap kunt verliezen.
Laat het elektrische gereedschap niet lopen
terwijl u het draagt. Uw kleding kan door toeval-
lig contact met het draaiende inzetgereedschap
worden meegenomen en het inzetgereedschap
kan zich in uw lichaam boren.
Reinig regelmatig de ventilatieopeningen
van het elektrische gereedschap. De motor-
ventilator trekt stof in het huis en een sterke
ophoping van metaalstof kan elektrische gevaren
veroorzaken.
Gebruik het elektrische gereedschap niet in
de buurt van brandbare materialen. Vonken
kunnen deze materialen ontsteken.
Gebruik geen inzetgereedschappen waar-
voor vloeibare koelmiddelen vereist zijn. Het
gebruik van water of andere vloeibare koelmidde-
len kan tot een elektrische schok leiden.
Terugslag en bijbehorende waarschuwingen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van
een vasthakend of geblokkeerd draaiend inzetge-
reedschap, zoals een slijpschijf, steunschijf, draad-
borstel, enz. Vasthaken of blokkeren leidt tot
abrupte stilstand van het ronddraaiende inzetge-
reedschap. Daardoor wordt een ongecontroleerd
elektrisch gereedschap tegen de draairichting van
het inzetgereedschap versneld op de plaats van
de blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk
vasthaakt of blokkeert, kan de rand van de slijp-
schijf die in het werkstuk invalt, zich vastgrijpen.
Daardoor kan de slijpschijf uitbreken of een terug-
slag veroorzaken. De slijpschijf beweegt zich ver-
volgens naar de bediener toe of van de bediener
weg, afhankelijk van de draairichting van de schijf
op de plaats van de blokkering. Hierbij kunnen
slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd
gebruik of onjuiste gebruiksomstandigheden van
het elektrische gereedschap. Terugslag kan wor-
den voorkomen door geschikte voorzorgsmaatre-
gelen, zoals hieronder beschreven.
1 609 929 U21 • 12.8.09