9. Omdat rijden met een fietskar heel anders is dan zonder, raden we u aan om
hier alvast aan te wennen door enkele oefenritten zonder kinderen te maken.
Leg wat spullen (let op het maximumgewicht) in de fietskar en wen alvast aan
het veranderde rijgedrag van de fiets met aanhanger op een ongevaarlijke
plek.
Oefen vooral het nemen van bochten, het beklimmen van hellingen,
het plotseling remmen bij gevaar en het wegrijden met een fietskar op
verschillende soorten wegdekken.
Let daarbij op de volgende zaken:
I)
De remweg van het voertuig wordt langer.
De winkelier moet de remvertraging van de combinatie controleren zodat de
volgende waarden in acht genomen worden.
Vertraging van de combinatie (gemiddelde volle vertraging) met een totale massa
van 140 kg.
Voorwielremmen: a 3,4 m/s
Achterwielrem: a 2,2 m/s
II) Zorg dat het gewicht gelijkmatig verdeeld is.
Om de veiligheid van uw kinderen te garanderen en lang plezier te hebben van uw
fietskar dient u de volgende controles regelmatig uit te voeren:
I)
Zichtcontrole
II) Controle op goede werking
10. Tijdens het ombouwen van de fietskar in joggingmodus of omgekeerd
en tijdens alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen er geen
kinderen in de kar zitten.
11. Breng geen wijzigingen aan aan de kinderkar of koppeling. De fabrikant kan
niet aansprakelijk gesteld worden voor toebehoren van derden.
12. Er mag geen extra vracht aan de fietskar of de trekstang gehangen worden.
13. Breng indien mogelijk een achteruitkijkspiegel op uw fiets aan.
14. Gebruik de fietskar niet op steenachtige of andere gevaarlijke wegen. Parkeer
de fietskar niet langs sloten of gevaarlijke wegen.
15. De kap moet tijdens een rit altijd gesloten worden om de kinderen te
beschermen tegen verwonding door straatvuil en kleine steentjes.
50
BDA2926.indb 50
NL
(droog) a 2,2 m/s
2
2
(droog) a 1,4 m/s
(nat).
2
2
(nat).
08.05.2014 10:59:43