- Activeer deze functie door op de oscillatieknop
(1/d) te drukken.
- Druk nogmaals op deze knop om de functie te
deactiveren.
NA GEBRUIK VAN HET APPARAAT:
- Zet het apparaat uit met de aan/uit knop (3/c).
- Trek de stekker uit het stopcontact.
- Het apparaat reinigen
REINIGING
- Trek de stekker uit het stopcontact en laat het
apparaat afkoelen alvorens het te reinigen.
- Maak het apparaat schoon met een vochtige
doek met een paar druppels afwasmiddel en
droog het daarna goed af.
- Gebruik geen oplosmiddelen of producten met
een zure of basische pH zoals bleekwater,
noch schuurmiddelen, om het apparaat schoon
te maken.
- Zorg ervoor dat er geen water of andere vlo-
eistof binnendringt via de ventilatie-openingen,
om schade aan de functionele delen in het
inwendige van het apparaat te voorkomen.
- Dompel het apparaat niet onder in water of
een andere vloeistof en houd het niet onder de
kraan.
- Indien het apparaat niet goed schoongehouden
wordt, kan het oppervlak beschadigd en de
levensduur van het apparaat verkort worden,
en kan er een gevaarlijke situatie ontstaan.