Opsporen Van Storingen - Ducati HC 800 Manuel De Montage

812/00 corretto 26-09-2001 9:25 Pagina 75

4.1 Opsporen van storingen

Storing: Oorzaak:
1.0 Als er een impuls wordt gegeven gaat de poort 1. De accu van de afstandsbediening is leeg.
niet open. 2. De 230 V voeding is uitgevallen.
1.1 Een motor opent en een andere motor sluit. 1. De aansluiting van de M1/M2 is onjuist.
1.2 De motoren stoppen meteen. 1. Het vermogen is niet juist.
1.3 De poort sluit niet opnieuw. 1. De oorzaak ligt bij de draadbrug van de
fotocellen of de fotocellen zitten niet op één lijn.
De zekeringen zijn doorgebrand.
2. De P3 staat op de stand 0 - NUL
STAPPENWERKING.
3. De oorzaak ligt bij het START-contact.
1.4 Het knipperlicht doet het niet. 1. De lamp is kapot.
2. De zekering is doorgebrand.
1.5 De sleutel-schakelaar doet het niet. 1. De aansluiting is niet juist.
1.6 Na een aantal jaar werken de motoren langzaam. 1. De borstels zijn versleten.
2.0 De zekering van 0.8 amp is doorgebrand. 1. De transformator is doorgebrand.
2. Er is kortsluiting bij de motorvoeding.
2.1 De zekering van 5 amp is doorgebrand. 1. De oorzaak kan bij het knipperlicht liggen.
2. De oorzaak kan bij de fotocellen liggen.
2.2 De zekering van 10 amp is doorgebrand. 1. De oorzaak kan bij de batterij liggen.
3.0 De rode led is uit. 1. De oorzaak kan bij de 230 V
wisselstroomvoeding liggen.
Oplossing:
1. Vervang de batterij van de afstandsbediening of gebruik
tijdelijk de sleutelschakelaar.
2. Controleer de netschakelaar 230 V of de zekering van
de transformator 0.8 A.
1. Verwissel de aansluitkabels van de motoren, zie afb. 14.
1. Regel het vermogen door middel van de regelaar P2
op de juiste manier.
1. Als de fotocellen niet aanwezig zijn moet u de
aansluitklem 3 met de aansluitklem 4 overbruggen. Zet de
fotocellen op één lijn. Controleer de zekering van 5 A.
2. Doe de poort dicht door een START-impuls te geven en
draai de regelaar P3 (zie 3.3) met de wijzers van de klok
mee. Geef daarna opnieuw een impuls.
3. Het START-contact blijft ingeschakeld. Controleer dit.
1. Controleer de lamp van 12 V max. 10 W.
2. Controleer de zekering van 5 A.
1. Controleer de elektrische aansluitingen (afb. 14).
1. Vervang de elektrische borstels ART. HC/R/70.
1. Controleer de transformatorisolatie visueel.
2. Controleer de motorkabels.
Ga na dat er geen kortsluiting is in de voeding van:
1. het knipperlicht - 2. de fotocellen.
1. Controleer de staat waarin de batterij verkeert.
1. Controleer de zekering van 0.8 Amp.
2. Controleer de 230 V wisselstroom-voedingstoevoer.
75