IMG STAGELINE RGBL-30DMX Mode D'emploi page 21

4 Montage
Voor de wandmontage bevindt zich op de achterzijde
een houder (5). Schroef op een geschikte plaats vier
passende schroeven of schroefhaken met correcte
tussenafstand in de muur. Hang het lichteffectpaneel
aan de schroeven op.
5 Ingebruikneming
WAARSCHUWING Weet dat stroboscoopeffecten
en zeer snelle lichtwisselingen
bij fotosensibele mensen en epi-
leptici
kunnen veroorzaken!
Om het apparaat in te schakelen, verbind u de net-
aansluiting POWER IN (4) via een netsnoer (b.v.
AAC-182/ SW van MONACOR) met een stopcontact
(230 V~ / 50 Hz). Trek de netstekker weer uit het stop-
contact om het apparaat uit te schakelen.
Opgelet: Het apparaat mag niet via een dimmer op de
netspanning zijn aangesloten!
Voor een makkelijker bediening is het aangeraden het
lichteffectpaneel met de stekker in een stopcontact te
pluggen dat u via een lichtschakelaar kunt in- en uit-
schakelen.
Bij gebruik van meerdere RGBL-30DMX-ap-
paraten kunt u de verbindingskabel POWER OUT (8)
van het eerste apparaat en de verbindingskabel
POWER IN (4) van het tweede apparaat samen steken
etc. tot alle apparaten in een ketting aaneengesloten
zijn.
6 Gebruik zonder besturingsapparaat
Als er op de DMX-ingang (3) geen DMX-besturings-
signaal beschikbaar is, worden de kleuren door het
apparaat automatisch met langzame overgangen af -
gewisseld.
Als er muziek wordt gespeeld met een duidelijk
ritme in het basbereik en met een voldoende geluids-
volume, dan wisselt het apparaat, gestuurd via de
microfoon (2), de kleur op het ritme van de muziek. Als
de muzieksturing niet optimaal zou functioneren, ver-
hoogt u het geluidsvolume of verkort u de afstand tus-
sen geluidsbron en lichteffectpaneel.
6.1 Meerdere RGBL-30DMX-apparaten
aaneenschakelen
U kunt tot 16 lichteffectpanelen aaneenschakelen, om
zo synchroon de kleuren te wisselen of via de micro-
foon van het centrale apparaat alle andere nevenap-
paraten op hetzelfde ritme te sturen.
Steek hiervoor de verbindingskabel DMX OUT (7)
van het eerste apparaat (= centraal apparaat) samen
met de verbindingskabel DMX IN (3) van het tweede
apparaat (= randapparaat) etc., tot alle apparaten in
een ketting zijn aangesloten.
epileptische aanvallen
6.2 Afstandsbediening via LC-3
Via de als toebehoren verkrijgbare afstandsbediening
LC-3 kunnen bovenop de muzieksturing verschillende
functies worden gestuurd.
1) Sluit de afstandsbediening aan op de jack ONLY
FOR REMOTE CONTROL (1).
2) Op de ingang DMX IN (3) mag geen DMX-signaal
beschikbaar zijn.
3) Via de uitgang DMX OUT (7) kunnen andere RGBL-
30DMX-apparaten worden aangesloten (
stuk 6.1), om ze via de afstandsbediening syn-
chroon met het centrale apparaat te besturen.
4) Met de toets STAND BY (9) kunt u de functie Black -
out in- en uitschakelen. Bij geactiveerde functie
wordt het licht gedimd, en de LED naast de toets
licht op.
5) Na inschakelen van het apparaat is de laatst inge-
stelde modus geactiveerd. Met de toets MODE (11)
kunt u een andere bedrijfsmodus selecteren:
Modus Strobe: De LED naast de toets MODE licht
niet op. Als u de toets FUNCTION (10) ingedrukt
houdt, wordt een muziekafhankelijk strobos-
coopeffect gegenereerd. Telkens u op de toets
drukt, wisselt deze tussen wit licht, afwisselend
gekleurd licht (bij meerdere RGBL-30DMX-
apparaten als korte sequentie met slechts één
flits per apparaat; de kleur is bij alle schijnwer-
pers gelijk) en wisselend gekleurd licht met ver-
schillende kleuren bij meerdere RGBL-30DMX-
apparaten.
Modus Manual: De LED naast de toets licht op.
Met de toets FUNCTION kan nu een van de vol-
gende kleuren worden geselecteerd:
wit, rood, blauw, violet, oranje, groen, geel,
magenta, cyaan
Modus Sound: De LED naast de toets knippert
langzaam. Door de toets FUNCTION herhaald in
te drukken, kunt u tussen vijf verschillende
muziekgestuurde kleurwisselingsopties en se -
quenties selecteren. Deze opties zijn alleen zin-
vol bij meerdere samengeschakelde RGBL-
30DMX-apparaten.
Modus Fade: De LED naast de toets knippert snel.
In deze bedrijfsmodus gaan de kleuren automa-
tisch in elkaar over. De momenteel gespeelde
muziek heeft hierop geen invloed. Door herhaald
op de toets FUNCTION te drukken, kunt u kie-
zen uit drie verschillende overgangssnelheden.
NL
hoofd-
21