7. Laat de aan/uit-schakelaar los en trek het
zaagblad pas uit het materiaal als het zaagblad
geheel tot stilstand is gekomen.
8. Ga aan het begin van iedere nieuwe zaagsnede
steeds weer te werk zoals hierboven wordt
vermeld,
ONDERHOUD
Uw BTI gereedschap op stroom is ontworpen om
gedurende een lange tijdsperiode te functioneren
met een minimum aan onderhoud. Het continu naar
bevrediging functioneren hangt af van de juiste zorg
voor het gereedschap en regelmatig schoonmaken.
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op letsel te verminderen schakelt
u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af
voordat u accessoires installeert of
verwijdert, voordat u instellingen
aanpast of wijzigt, of als u
reparaties uitvoert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Smering
In het gereedschap wordt gebruikgemaakt van
zelfsmerende kogellagers en deze hoeven niet
opnieuw te worden gesmeerd. U wordt echter
geadviseerd het gereedschap één keer per jaar naar
een servicecentrum te brengen of op te sturen voor
grondige schoonmaak, inspectie en smering van de
tandwielkast.
Reiniging
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof
uit de hoofdbehuizing met droge lucht,
zo vaak u ziet dat vuil zich in en rond
de luchtopeningen ophoopt. Draag
goedgekeurde oogbescherming en een
goedgekeurd stofmasker als u deze
procedure uitvoert.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit
oplosmiddelen of andere bijtende
chemicaliën voor het reinigen van
niet-metalen onderdelen van het
gereedschap. Deze chemicaliën kunnen
het materiaal dat in deze onderdelen
is gebruikt verzwakken. Gebruik een
doek die uitsluitend met water en milde
zeep is bevochtigd. Zorg dat er nooit
enige vloeistof in het gereedschap komt;
dompel nooit enig onderdeel van het
gereedschap in een vloeistof.
ONDERSTE BESCHERMKAP
De onderste beschermkap moet altijd vrij kunnen
draaien en sluiten uit een geheel open of geheel
gesloten positie. Controleer altijd of de beschermkap
goed werkt door de kap voorafgaand aan
zaagwerkzaamheden geheel te openen en los te
laten. Als de beschermkap langzaam sluit of niet
geheel sluit, moet de kap worden schoongemaakt of
worden nagezien. Gebruik de zaag pas weer als de
beschermkap goed werkt. Maak de beschermkap
schoon met droge lucht of een zachte borstel en
verwijder alle opgehoopte zaagsel en vuil uit het
pad van de beschermkap en rond de veer van de
beschermkap. Als hiermee het probleem niet is
verholpen, moet het gereedschap worden nagezien
door een erkend servicecentrum.
Afstelling van de grondplaat
(afb. 5, 28, 29)
Uw grondplaat is in de fabriek zo afgesteld dat het
zaagblad haaks op de grondplaat staat. Als, na
langdurig gebruik, u het zaagblad opnieuw moet
uitlijnen, volg dan onderstaande aanwijzingen:
AFSTELLEN VOOR ZAAGSNEDEN VAN 90 GRADEN
1. Zet de zaag terug in de stand voor 0 graden
2. Plaats de zaag op zijn zijkant en trek de
onderste beschermkap terug.
3. Stel de zaagdiepte in op 51 mm (ongeveer 2").
4. Maak de hendel voor de aanpassing van
de afschuinhoek los (Afb. 29, g). Plaats
een winkelhaak tegen het zaagblad en de
grondplaat, zoals in afbeelding 28 wordt
getoond.
5. Draai met een steeksleutel (p) de instelschroef
(hh) op de grondplaat tot het zaagblad en
de grondplaat beide gelijk liggen met de
winkelhaak. Zet de hendel voor het aanpassen
van de afschuinhoek weer vast.
AFSTELLEN VAN DE HENDEL VOOR AANPASSING VAN DE
AFSCHUINHOEK (AFB. 29)
Het kan wenselijk zijn de hendel voor aanpassing
van de afschuinhoek (g) af te stellen. De hendel kan
na verloop van tijd losraken en voor het vastzetten
de grondplaat raken.
De hendel vastzetten:
1. Houd de hendel voor aanpassing van
de afschuinhoek (g) vast en draai de
vergrendelmoer (ii) los.
NEDERLANDS
111