B Wijzigen trapbekrachtingsniveau
Met behulp van de + en – knoppen (Power mode) kunt u de mate van
trapbekrachtiging instellen. Er zijn vijf trapbekrachtigingsniveaus. U kunt
met behulp van de + en – knoppen altijd aangeven of u meer of minder
trapbekrachtiging wenst. Standaard staat de trapbekrachtiging ingesteld
op het derde niveau. Bij het wegzetten van de fiets is het belangrijk om de
trapbekrachtiging op nul te zetten. De gashendel werkt dan nog wel.
C Weergave trapbekrachtigingsniveau
Op de stuurbedieningsunit wordt het trapbekrachtigingsniveau weergegeven
aan de hand van vijf ledlampjes (C).
D Weergave vullingsgraad
Op de stuurbedieningsunit wordt de vullingsgraad van het batterijpakket
weergegeven aan de hand van vijf LED's (D).
Let op
Wanneer er veel energie gevraagd wordt van het batterijpakket, bijvoorbeeld
door gebruik van de gashendel of een hoog trapbekrachtigingsniveau, kan
het zijn dat de vullingsgraad plotseling twee of drie stappen terugloopt omdat
het voltage van de accu tijdelijk zakt. Dit hoeft niet te betekenen dat de
vullingsgraad ook daadwerkelijk zoveel teruggelopen is. De beste indicatie
van de vullingsgraad wordt weergeven als de gashendel niet in gebruik is en
er gebruik gemaakt wordt van een laag trapbekrachtigingsniveau.
Let op
De indicatie van de vullingsgraad op het display wordt bepaald door
een eenvoudig meetsysteem dat de vullingsgraad weergeeft op basis
van het voltage van het batterijpakket. Dit meetsysteem is het meest
nauwkeurig wanneer het batterijpakket volledig opgeladen is. Naarmate
het batterijpakket verder leeg raakt, wordt de indicatie minder nauwkeurig.
Dit effect uit zich het sterkste wanneer de omgevingstemperatuur
laag is. De indicatie van de vullingsgraad op het batterijpakket maakt
daarentegen gebruik van een geavanceerder meetsysteem dat uitgaat van
de beschikbare stroomsterkte in de batterij en geeft in alle gevallen een
nauwkeurigere indicatie van de vullingsgraad.
7
7