Draag voor zover van toepassing een stofmasker, een
gehoorbescherming, werkhandschoenen of een speciaal
schort dat kleine slijp- en metaaldeeltjes tegenhoudt. Uw
ogen moeten worden beschermd tegen wegvliegende
deeltjes die bij verschillende toepassingen ontstaan.
Een stof- of adembeschermingsmasker moet het bij de
toepassing ontstaande stof filteren. Als u lang wordt
blootgesteld aan luid lawaai, kan uw gehoor worden
beschadigd.
h. Let erop dat andere personen zich op een veilige afstand
bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen die de
werkomgeving betreedt, moet persoonlijke beschermende
uitrusting dragen. Brokstukken van het werkstuk of gebroken
inzetgereedschappen kunnen wegvliegen en verwon din gen
veroorzaken, ook buiten de directe werkomgeving.
i.
Houd het elektrische gereedschap alleen vast aan de
geïsoleerde greepvlakken als u werkzaamheden uitvoert
waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomleidingen
kan raken. Contact met een onder spanning staande leiding
zet ook de metalen delen van het elektrische gereedschap
onder spanning en leidt tot een elektrische schok.
j.
Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat het
inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het
draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met
het oppervlak, waardoor u de controle over het elektrische
gereedschap kunt verliezen.
k. Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u het
draagt. Uw kleding kan door toevallig contact met het
draaiende inzetgereedschap worden meegenomen en het
inzetgereedschap kan zich in uw lichaam boren.
l.
Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het elektrische
gereedschap. De motorventilator trekt stof in het huis en
een sterke ophoping van metaalstof kan elektrische gevaren
veroorzaken.
m. Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van
brand bare materialen. Vonken kunnen deze materialen
ontsteken.
n. Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor vloeibare
koelmiddelen vereist zijn. Het gebruik van water of andere
vloeibare koelmiddelen kan tot een elektrische schok leiden.
o. Bewerk geen asbesthoudend materiaal (asbest geldt als
kankerverwekkend).
p. Tref veiligheidsmaatregelen, wanneer er bij werkzaam-
heden stoffen kunnen ontstaan, die schadelijk voor de
gezondheid, brandbaar of explosief zijn (sommige soorten
stof gelden als kankerverwekkend); draag een stofmasker
en gebruik een afzuiging voor stof en spanen, als deze kan
worden aangesloten.
TERUGSLAG EN BIJBEHORENDE
WAARSCHUWINGEN
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een
vasthakend of geblokkeerd draaiend inzetgereedschap, zoals
een slijpschijf, steunschijf, draadborstel, enz. Vasthaken of
blokkeren leidt tot abrupte stilstand van het ronddraaiende
inzetgereedschap. Daardoor wordt een ongecontroleerd
elektrisch gereedschap tegen de draairichting van het
inzetgereedschap versneld op de plaats van de blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vasthaakt of
blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die in het werkstuk
invalt, zich vastgrijpen. Daardoor kan de slijpschijf uitbreken
of een terugslag veroorzaken. De slijpschijf beweegt zich
vervolgens naar de bediener toe of van de bediener weg,
afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats
van de blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of
onjuiste gebruiksomstandigheden van het elektrische
gereedschap. Terugslag kan worden voorkomen door geschikte
voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven.
a. Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng
uw lichaam en uw armen in een positie waarin u
de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik altijd
de extra handgreep, indien aanwezig, om de grootst
mogelijke controle te hebben over terugslagkrachten of
reactiemomenten bij het op toeren komen. De bediener
kan door geschikte voorzorgsmaatregelen de terugslag- en
reactiekrachten beheersen.
b. Breng uw hand nooit in de buurt van draaiende
inzetgereedschappen. Het inzetgereedschap kan bij de
terugslag over uw hand bewegen.
c. Mijd met uw lichaam het gebied waarheen het elektrische
gereedschap bij een terugslag wordt bewogen. De
terugslag drijft het elektrische gereedschap in de richting
die tegengesteld is aan de beweging van de slijpschijf op de
plaats van de blokkering.
d. Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken, scherpe
randen, enz. Voorkom dat inzetgereedschappen van het
werkstuk terugspringen en vastklemmen. Het ronddraaiende
inzetgereedschap neigt er bij hoeken, scherpe randen of
wanneer het terugspringt toe om zich vast te klemmen. Dit
veroorzaakt een controleverlies of terugslag.
e. Gebruik geen kettingblad of getand zaagblad. Zulke
inzetgereedschappen veroorzaken vaak een terugslag of het
verlies van de controle over het elektrische gereedschap.
BIJZONDERE WAARSCHUWINGEN VOOR
SLIJP- EN DOORSLIJPWERKZAAMHEDEN
a. Gebruik uitsluitend het voor het elektrische gereedschap
toegestane slijptoebehoren en de voor dit slijptoebehoren
voorziene beschermkap. Slijptoebehoren dat niet voor het
elektrische gereedschap is voorzien, kan niet voldoende
worden afgeschermd en is niet veilig.
b. Slijptoebehoren mag alleen worden gebruikt voor de
geadviseerde toepassingsmogelijkheden. Bijvoorbeeld: slijp
nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven
zijn bestemd voor materiaalafname met de rand van de schijf.
Een zijwaartse krachtinwerking op dit slijptoebehoren kan het
toebehoren breken.
c. Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste maat
en vorm voor de door u gekozen slijpschijf. Geschikte flenzen
steunen de slijpschijf en verminderen zo het gevaar van
een slijpschijfbreuk. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen
verschillen van de flenzen voor andere slijpschijven.
d. Gebruik geen versleten slijpschijven van grotere elektrische
gereedschappen. Slijpschijven voor grotere elektrische
gereedschappen zijn niet geconstrueerd voor de hogere
toerentallen van kleinere elektrische gereedschappen en
kunnen breken.
39