Meetprocedure:
– Zet het meetgereedschap op de ondergrond en beweeg het in verplaatsingsrichting
over de ondergrond. De meetresultaten worden na een minimum meettraject van ca.
10 cm op het display weergegeven.
– Beweeg het meetgereedschap altijd in een rechte lijn met lichte druk over de onder-
grond, zodat de wielen een goed contact met de muur hebben.
– Om optimale meetresultaten te verkrijgen, beweegt u het meetgereedschap langzaam
over de gehele te onderzoeken plek en bekijkt u de meetresultaten bij het terugbewe-
gen. Het meettraject moet minimaal 40 cm bedragen.
– U kunt op elk moment door op de rode starttoets (16) te drukken een nieuwe meting
starten.
– Wanneer u het meetgereedschap tijdens de meting van de muur optilt, blijft het laat-
ste meetresultaat in het display staan. Bij opnieuw plaatsen of verder bewegen wordt
de meting opnieuw gestart.
Vanwege de werking worden de bovenkanten van objecten die dwars op de bewegings-
richting van het meetgereedschap lopen, betrouwbaar gevonden (zie afbeelding C).
Werk het te onderzoeken gedeelte daarom altijd kruisgewijs af.
Eenmaal bewegen over het meettraject is voldoende om objecten te lokaliseren. Wan-
neer u een gevonden object nauwkeurig wilt lokaliseren en markeren, beweegt u het
meetgereedschap over het meettraject terug.
Het verloop van een gevonden object in de muur kunt u vaststellen door meerdere meet-
trajecten verplaatst achtereenvolgens af te werken.
Meetweergave:
Als er geen object in het sensorgedeelte werd herkend, zijn de stippellijnen en de mid-
dellijn helemaal groen.
Als een object onder de sensor werd herkend, verschijnt het in het sensorgedeelte tus-
sen de twee stippellijnen van de weergave. De beide stippellijnen en de middellijn zijn op
z'n minst gedeeltelijk rood.
Op de rechter diepteschaal verschijnt afhankelijk van instelling ofwel de objectdiepte tot
de bovenkant van het gevonden object of de maximaal toegestane boordiepte. Het wis-
selen tussen beide dieptevermeldingen is mogelijk in het hoofdmenu. Gebruik altijd de
weergave van de maximaal toegestane boordiepte, wanneer u het meetgereedschap
voor de betreffende toepassing gebruikt.
De weergave van de eigenschappen van de gevonden objecten op het display kan afwij-
ken van de daadwerkelijke objecteigenschappen. Vooral zeer dunne objecten worden in
het display dikker weergegeven. Grotere, cilindrische objecten (bijv. waterleidingen of
kunststof buizen) kunnen op het display smaller lijken dan ze daadwerkelijk zijn.
Bosch Power Tools
Nederlands | 175
1 609 92A 5L5 | (11.01.2021)