Laadstroom: 2 A maximaal
Laadspanning: 14,6 V
Wintermodus voor de motorfiets
Oplaadprogramma voor 12 V-accu's, 1,2 Ah tot 14 Ah, temperaturen onder 0°C
Laadstroom:
2 A maximaal
Laadspanning: 14,8 V
Automodus
Oplaadprogramma voor 12 V-accu's, 14 Ah tot 120 Ah, temperaturen boven 0°C
Laadstroom:
4 A maximaal
Laadspanning: 14,6 V
Wintermodus voor de auto
Oplaadprogramma voor 12 V-accu's, 14 Ah tot 120 Ah, temperaturen onder 0°C
Laadstroom:
4 A maximaal
Laadspanning: 14,8 V
Druppellaadmodus
Zodra de accu volledig is opgeladen, wordt de acculader automatisch
naar de druppellaadmodus omgeschakeld. Dit wordt overeenkomstig weergegeven in het display
(alleen in verwijderde toestand). Laat de oplader nooit langer dan 5 dagen aangesloten staan
Storingsmeldingen
Storingsmelding na onjuiste aansluiting (verwisselde polen), kortsluiting, verkeerd gekozen
oplaadprogramma of oververhitting.
Foutmelding als een accu met minder dan 5,5 V ± 0,2 is aangesloten of als de spanning na 4 uur
opladen nog steeds onder 6 V ligt.
De oplader verwijderen
Trek eerst de stekker uit het stopcontact en neem de volgorde bij het losmaken van de klemmen in acht.
Zo voorkomt u vonkvorming. Omdat tijdens het opladen uiterst explosief knalgas ontstaat, is dit heel erg
belangrijk voor uw bescherming.
Trek de stekker van de oplader uit het stopcontact.
Maak vervolgens zwarte klem (massa) los. Maak daarna de rode klem (pluspool) los.
Laat de accu afkoelen en vul de cellen bij met gedestilleerd water tot aan het door de accufabrikant
genoemde vulpeil. Sluit de accucellen weer af met de doppen.
Onderhoud en verzorging
Onderhoud: Bij reglementair gebruik is het apparaat onderhoudsvrij.
Verzorging: Reinig de klemmen elke keer na het opladen. Verwijder alle accuzuurspatten van de klemmen om cor-
rosie te voorkomen. Maak het apparaat uitsluitend schoon met een droge doek. Gebruik geen vloeistoffen of chemi-
sche reinigingsmiddelen. Dompel het apparaat nooit onder in vloeistof. Laat nooit vloeistof over het apparaat lopen.
Rol de kabels netjes op voordat u het apparaat opbergt, zodat beschadigingen aan kabels en apparaat worden
voorkomen. Berg het apparaat op een droge en schone plaats op.
Informatie over de milieubescherming
De verpakking bestaat uit milieuvriendelijke materialen, die u via de lokale recyclingpunten kunt afvoeren.
Gooi elektrische apparaten niet weg met het gewone huishoudelijke afval! Afgedankte elektri sche en
elektronische apparaten moeten gescheiden ingezameld en milieuvriendelijk gerecycleerd worden.
U kunt informatie inwinnen bij uw gemeente- of stadsbestuur over afvoermogelijkheden voor afgedankte
elektronische apparaten.
18