NASLIJPEN
VAST SNIJGEREEDSCHAP (3- EN 4-BLADSMES)
Een scherp mes geeft natuurlijk het beste resultaat. Gebruik voor
naslijpen een ijzervijl.
Is het mes erg bot, gebruik dan een slijpmachine.
VOORZICHTIG:
• Naslijpen kan het mes uit balans brengen. Als u niet over het
benodigde gereedschap beschikt, laat naslijpen dan over aan de
dealer.
Demonteer het mes.
Een gebarsten, verbogen of beschadigd mes moet onmiddellijk
worden vervangen.
Beide zijden van een vast snijgereedschap (3- of 4-bladsmes)
kunnen worden gebruikt.
Tanden worden nageslepen op de afgeschuinde kant (de snede).
Alle tanden moeten op dezelfde manier nageslepen worden.
NB: Abnormaal trillen van de bosmaaier na het slijpen duidt op
onbalans in het vast snijgereedschap. Raadpleeg in dat geval uw
onderhoudsdealer.
VOORZICHTIG:
• Vervang het vast snijgereedschap wanneer de slijtagelimiet
aangegeven in de onderstaande tekening is bereikt.
[A] Fout
[1] Haarscheurtjes
[2] Ongelijk profiel en te ver
ingesleten
[3] Verkeerde en ongelijke hoeken
[4] Verkeerd profiel
[B] Goed
[5] Niet verder naslijpen
CIRKELZAAGBLAD
Een niet al te bot cirkelzaagblad
kan met een ijzervijl [6] worden
nageslepen.
Het is hierbij van groot belang,
het tandprofiel, de slijphoek en de
zetting te behouden c.q. te
herstellen [3].
Wanneer het zaagblad grondiger
moet worden geslepen, raadpleeg
dan uw onderhoudsdealer, die
hiervoor over speciaal
gereedschap beschikt.
10 NL
C13
D2 D3
VEILIGHEID
[2]
[1]
[A]
[3]
[4]
30 mm
[5]
[B]
30°
30°
30°
30°
[3]
[6]
1 mm
1 mm
CARBURATEUR NASTELLEN
WERKWIJZE
Start de motor en laat hem op temperatuur komen.
Draai de sproeiernaald [7], afhankelijk van het gewenste toerental,
linksom of rechtsom.
Stationair toerental
NB : Bij stationair toerental mag het snijgereedschap niet draaien.
BOUGIE KONTROLEREN
1. Demonteer om te
beginnen [9] de kap [8].
Los de bout [10] met de
meegeleverde
zeskantsleutel.
NB : Onder de motorkap bevinden zich hete en draaiende
onderdelen (vliegwielmagneet). De bosmaaier mag in geen geval
worden gebruikt zonder de motorkap.
2. Neem de bougiekap van de bougie en draai de bougie met de
meegeleverde bougiesleutel uit de cilinderkop.
3. Borstel de elektroden schoon met een staalborsteltje [11].
4. Zijn de elektroden versleten, dan moet de bougie vervangen
worden met een bougie met dezelfde eigenschappen.
5. Meet de afstand tussen de
elektroden [12] met een
voelermaatje. Moet de afstand
nagesteld worden, tik dan
voorzichtig met een sleutel of
hamer op de bovenste elektrode.
6. Schroef de bougie om te
beginnen handvast in de
cilinderkop.
7. Haal de bougie verder een halve
slag aan met de bougiesleutel.
Gaat het om de oude bougie, dan
een achtste of een kwartslag
voldoende.
AANHAALMOMENT: 11,8 N·m (1,2 kgf·m)
VOORZICHTIG:
• Een slecht aangehaalde bougie wordt heet en kan de motor
beschadigen. Een te vast of schuin aangehaalde bougie kan
onherstelbare schade veroorzaken aan het motorblok.
[7]
UMK425E
UMK435E
3 100 ± 200 min
(tpm)
-1
B7 C1
VEILIGHEID
[8]
[9]
0,6-0,7 mm
[12]
[10]
[11]