NL
Beschrijving
De weeginrichting is geschikt voor
het continu afwegen van graan en
andere granulaten.
Bij juist gebruik en opstelling werkt
de weeginrichting met een nauw-
keurigheid van minstens +/- 0,5%.
De weeginrichting mag echter niet
voor handelsdoeleinden worden
gebruikt.
Weeginrichting type B 50 kan tot
ca. 27 ton gerst per uur afwegen.
De capaciteit hangt af van het te
wegen materiaal.
De weegbak heeft een inhoud van
ca. 120 liter. De weeginrichting
wordt door de fabriek ingesteld
voor het afwegen van porties van
50 kg. De grootte van de porties
kan worden veranderd tot resp. 40
en 60 kg.
Eigengewicht zonder extra's: 85 kg.
Weeginrichting type B 100 kan tot
ca. 40 ton gerst per uur afwegen.
De capaciteit hangt af van het te
wegen materiaal.
De weegbak heeft een inhoud van
ca. 225 liter. De weeginrichting
wordt door de fabriek ingesteld
voor het afwegen van porties van
100 kg. De grootte van de porties
kan worden veranderd tot resp. 70
en 125 kg.
Eigengewicht zonder extra's:
142 kg.
Opstelling
De weeginrichting moet op een
stabiele onderlaag staan. Het
grondoppervlak moet waterpas zijn.
De weeginrichting moet aan alle
kanten bereikbaar zijn voor controle
en reinigen. Een eventuele stofkap
moet afneembaar zijn en plaats
genoeg bieden aan de bewegelijke
delen van de weeginrichting. Tij-
dens het gebruik beweegt de weeg-
arm zich 50 mm buiten het frame
van de weeginrichting. De stofkap
moet ruim plaats bieden aan deze
beweging.
Graantoevoer
De weeginrichting kan rechtstreeks
van een silo afwegen zonder be-
grenzing van de toevoer. Er moet
altijd een mogelijkheid zijn voor een
afsluiting tussen silo en weeginrich-
ting, b.v. met een schuifklep.
De aansluiting is mogelijk door een
buisleiding en invoerstuk (extra
onderdeel) of rechtstreeks op de
invoer van de weeginrichting. Als
het graan met een transporteur
wordt aangevoerd, moet er tussen
de transporteur en de weeginrich-
ting ruim plaats zijn voor het verza-
melen van graan tijdens het fijnwe-
gen en bij controlewegingen. Ge-
bruik een invoertrechter (extra
onderdeel).
Graanafvoer
De graanafvoer van de weeginrich-
ting kan plaatsvinden rechtstreeks
naar een onderliggende silo of via
een afvoertrechter (extra onder-
deel) naar een buisleiding of trans-
portband. Het is belangrijk dat de
uitloopcapaciteit minstens zo groot
is als de toevoercapaciteit.
Instellen van de
grootte van de por-
ties
De weeginrichting is bij levering
ingesteld voor het afwegen van 50
kg (B 50) of 100 kg (B 100) per
portie. Bij afwegen van licht materi-
aal kan het noodzakelijk zijn de
weeginrichting bij te stellen voor het
wegen van kleinere hoeveelheden.
Dat kan door een of meer contrage-
wichten (6) te verwijderen, waar-
door de porties kunnen worden
veranderd tot resp. 40 kg (B 50) of
70 kg (B 100). Zwaar materiaal kan
worden afgewogen in porties tot
resp. 60 kg (B 50) of 125 kg (B
100) door montage van extra con-
tragewichten.
De instelling gebeurt alsvolgt:
Het losmechanisme wordt gestopt
zoals beschreven in het onderdeel
„controleweging". In de weegbak
wordt het gewenste gewicht ge-
legd, b.v. een nauwkeurig afgewo-
gen hoeveelheid graan. Het graan
kan enerzijds op de gewone manier
naar de weeginrichting worden
gevoerd en later worden gelost, of
ook erin worden gezet in kleinere
zakken die er na de proefweging
worden uitgenomen. Als men ijze-
ren gewichten wil gebruiken moe-
ten deze op een plaat worden ge-
zet. Denk eraan het gewicht van de
plaat mee te berekenen.
Nadat er contragewichten zijn ge-
monteerd voor de gewenste hoe-
veelheid, wordt de fijninstelling
gevonden met behulp van het
schuifgewicht (7), totdat de balans-
wijzer op de nul van de schaalver-
deling staat.
Let op: De gevonden instelling
moet gehandhaafd blijven tijdens
de volgende weging. Schuifgewicht
17