•
Bij het aansluiten dienen de voorschriften van de plaatselijke
energiebedrijven alsmede de bepalingen conform VDE 100 voor
natte en vochtige ruimten in acht te worden genomen.
•
Houd personen uit de buurt van het bewegingsgebied van de in-
stallaties.
•
Wanneer de installatie door één of meerdere apparaten wordt
bestuurd, dan moet het bewegingsgebied van de installatie ge-
durende de bediening zichtbaar zijn.
•
Voor het aansluiten van stuurkabels (veilige laagspanningen)
mogen uitsluitend leidingtypes met voldoende doorslagvastheid
worden gebruikt.
35 - nl