GEBRUIKSAANWIJZING
DE PUCK-HANDSET
WAARSCHUWING
▪ Zonder gebruik van een netadapter strekt vervanging van
de batterijen tot aanbeveling aan het begin van ieder nieuw
stookseizoen.
▪ Oude of lege batterijen moeten onmiddellijk verwijderd
worden. Wanneer ze in de unit gelaten worden, kunnen de
batterijen oververhitten, lekken en / of ontploffen.
▪ Stel batterijen (ook tijdens de opslag) NIET bloot aan recht-
streeks zonlicht, buitensporige warmte, vuur, vochtigheid of
krachtige botsingen. Elk van deze omstandigheden kan ertoe
leiden dat de batterijen oververhitten, lekken en / of ontploffen.
▪
Batterijen moeten binnen hun aanbevolen temperatuurlimie-
ten gehouden worden (omgevingstemperatuurbereik voor
batterijen: 32 °F tot 131 °F / 0 °C tot 55 °C).
▪
Nieuwe en oude batterijen en verschillende merken van bat-
terijen mogen niet door elkander gebruikt worden. Het mengen
van verschillende batterijen kan ertoe leiden dat de batterijen
oververhitten, lekken en / of ontploffen.
SYNCHRONISATIE ONTVANGER / DE PUCK-HANDSET
Synchronisatie ontvanger / de puck-handset
(enkel eerste gebruik)
1.
Plaats batterijen of sluit AC-netstroom aan. De module voor de
circulerende ventilator en licht / dimmer omvat een netadapter.
Met een netadapter kunnen batterijen als back-up gebezigd
worden.
2.
Zet de AAN / UIT-schakelaar (indien aanwezig) in de AAN-
stand.
3. De ontvanger moet de puck-code aanleren:
Houd de resetknop van de ontvanger ingedrukt totdat u
twee (2) pieptonen hoort. Na de tweede, langere pieptoon
laat u de resetknop los. Binnen de volgende 20 seconden
drukt u op de knop – op de handset. Twee (2) korte
pieptonen bevestigen dat de code ingesteld is.
OPMERKING:
Dit is slechts een eenmalige instelling en is niet
vereist na het vervangen van de batterijen in
de handset of ontvanger.
OPMERKING:
De ontvanger verzendt en ontvangt signalen
(bidirectioneel) en de handset verzendt signa-
len (unidirectioneel). De handset en ontvanger
synchroniseren de informatie om de 4 à 6 min
tot 1 u.
Wanneer de RF-ontvanger in het apparaat ge-
OPMERKING:
plaatst is, kan het omgevende metaal de ont-
vangst aanzienlijk verminderen.
BEDIENINGSMODI
WAARSCHUWING
Wanneer de ontsteking van de waakvlam bevestigd is, draait
de motor automatisch naar de maximale vlamhoogte.
ZET HET VUUR AAN EN UIT
▪ Houd de knop
korte pieptonen bevestigen dat de
startsequens begonnen is; laat de
knop los.
▪ Het hoofdgas stroomt zodra de ontste-
king van de waakvlam bevestigd is.
▪ Houd de knop
zetten.
WAARSCHUWING
Indien de waakvlam na meerdere pogingen niet blijft
branden, draait u de hoofdklepknop naar UIT en schakelt u
het gas naar het toestel uit.
STAND-BYMODUS (WAAKVLAM)
▪ Houd de knop '–' ingedrukt om het
toestel op de waakvlam te zetten
AFSTELLING VAN DE VLAMHOOGTE
▪ Om de vlamhoogte te verhogen houdt
u de knop '+' ingedrukt.
▪ Om de vlamhoogte te verlagen of het
toestel op een waakvlam te zetten,
houdt u de knop '–' ingedrukt.
AANGEWEZEN LAAG VERMOGEN EN
HOOG VERMOGEN
▪ Om naar hoog vermogen te gaan dub-
belklikt u op de knop '+'.
▪ Om naar een laag vermogen te gaan
dubbelklikt u op de knop '–'.
OPMERKING:
ingedrukt totdat twee
ingedrukt om UIT te
De vlam gaat eerst naar
een hoog vermogen al-
vorens naar een laag
vermogen te gaan.
9