R
e
s
R
e
s
Ook bij het gebruik volgens de voorschriften zijn er op grond
van de constructie voor de toepassing van deze machine nog
een aantal restricties.
De restricties kunnen geminimaliseerd worden wanneer de
veiligheids-,
gebruiks-,
voorschriften nauwkeurig in acht genomen worden.
Consideratie en voorzichtigheid verminderen het risico van
personenletsels en beschadigingen.
Geïgnoreerde
of
veiligheidsmaatregelen kunnen leiden tot letsels voor de
bediener of tot beschadiging van eigendom.
Gevaar door stroom door het niet juist aansluiten van de
aansluitdraden.
Het aanraken van onder spanning staande delen bij een
geopende elektrische delen.
Verder kunnen er ondanks alle genomen maatregelen niet
zichtbare restricties bestaan.
V
e
i
l
V
e
i
l
Lees en volg de onderstaande aanwijzingen, de
voorschriften te voorkoming van ongevallen en de
algemene veiligheidsvoorschriften op, om u zelf en
anderen tegen verwondingen te beschermen.
Geef de veiligheidsvoorschriften aan alle personen,
die met deze machine werken, door.
Bewaar deze veiligheidsvoorschriften goed.
Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd, met
behulp van de bedieningshandleiding.
Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie
het betreffende hoofdstuk en "Werken met de zuig-, blaas-
en hakselmachine voor gebladerte").
Zorg voor een stabiele en uitgebalanceerde houding.
Buig u niet voorover.
Wees oplettend. Let er op, wat u doet. Werk verstandig.
Gebruik het toestel niet:
− wanneer u vermoeid bent.
− onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen staat,
die uw oordelingsvermogen kunnen beïnvloeden.
Draag tijdens het werken
− veiligheidsbril of veiligheidsvizier
− veiligheidshandschoenen
− gehoorsbeschermers
− geen schoenen met gladde zolen dragen
− een lange broek
Draag geschikte werkkleding:
− geen wijde kleding of sieraden (zij kunnen door
beweeglijke delen worden gegrepen)
De bedienende persoon is binnen het arbeitsbereik van
de machine verantwoordelijk ten opzichte van derden.
t
r
i
s
i
c
o
'
s
t
r
i
s
i
c
o
'
s
gezondheids-
en
onderhouds-
over
het
hoofd
i
g
w
e
r
k
e
n
i
g
w
e
r
k
e
n
Kinderen en jongeren onder 16 jaar en personen, die de
gebruiksaanwijzing niet gelezen hebben, mogen de
machine niet bedienen.
Kinderen dienen uit de buurt van het apparaat te worden
geweerd.
Zet het toestel nooit aan, terwijl niet betrokken personen
in de buurt zijn.
De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen met
andere personen of hun eigendom.
Laat de machine niet zonder toezicht achter.
Zorg dat uw werkomgeving op orde is. Rommel kan
ongevallen veroorzaken.
geziene
Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met
de juiste belasting van de machine.
Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de
juiste wijze aangebracht. Verander niets aan de machine
wat de veiligheid in gevaar kan brengen.
Apparaat resp. onderdelen van het apparaat niet
veranderen.
Het apparaat mag niet met water worden afgespoten
(bron van gevaar voor elektrische stroom).
Machine niet in de regen laten staan. Niet in de regen
met die machine werken.
Als u de machine niet gebruikt moet u hem op een
droge plaats, buiten het bereik van kinderen opslaan.
Schakel de machine uit en neem de steker uit het
stopcontact bij:
reparatiewerkzaamheden
−
onderhouds- en reinigings-
−
werkzaamheden
controleer de aansluitleidingen, of deze
−
ineengestrengeld of beschadigd zijn.
omschakelen van zuigen op blazen.
−
transport van de machine
−
het verlaten van de machine (ook voor een korte tijd)
−
ongewone geluiden en trillingen.
−
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
Voor het verdere gebruik van de machine moeten alle
−
veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd worden op
de juiste montage en het goed functioneren.
Controleer of delen van de machine beschadigd
−
resp. defect zijn. Alle delen moeten juist gemonteerd
zijn en goed functioneren om de machine correct te
laten werken.
Beschadigde bescherminrichtingen en delen moeten,
−
indien
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden.
Met uitzondering indien in de gebruiks-aanwijzing
anders aangegeven.
Beschadigde
−
dienen te worden vervangen.
Elektrische veiligheid
De aansluitkabel moet volgens IEC 60245 (H 07 RN-F)
zijn, met een draad doorsnede van minstens:
3 x 1,5 mm² bij een lengte tot 25m.
−
3 x 2,5 mm² bij een lengte vanaf 25m.
−
23
noodzakelijk,
door
of
onleesbare
veiligheidsstickers
een
erkende