Anleitung_PD_150_SPK7:_
NL
Geluid en vibratie
De geluids- en vibratiewaarden werden bepaald
volgens EN 61029-1 en EN 61029-2-4.
Geluidsdrukniveau L
pA
Onzekerheid K
pA
Geluidsvermogen L
WA
Onzekerheid K
WA
Draag een gehoorbeschermer.
Lawaai kan aanleiding geven tot gehoorverlies.
Totale vibratiewaarden bepaald volgens EN 61029-1
en EN 61029-2-4.
Trillingsemissiewaarde a
≤ 2,5 m/s
2
h
Onzekerheid K = 1,5 m/s
2
Aanvullende informatie omtrent elektrische
gereedschappen
Waarschuwing!
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens een genormaliseerde testprocedure en kan
veranderen naargelang van de wijze waarop het
elektrische gereedschap wordt gebruikt en in
uitzonderingsgevallen boven de opgegeven waarde
liggen.
De vermelde trillingsemissiewaarde kan worden
gebruikt om elektrische gereedschappen onderling te
vergelijken.
De vermelde trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt om voor begin van de werkzaamheden de
nadelige gevolgen te beoordelen.
Beperk de geluidsontwikkeling en vibratie tot
een minimum!
Gebruik enkel intacte toestellen.
Onderhoud en reinig het toestel regelmatig.
Pas uw manier van werken aan het toestel aan.
Overbelast het toestel niet.
Laat het toestel indien nodig nazien.
Schakel het toestel uit als het niet wordt gebruikt.
Draag handschoenen.
Restrisico's
Er blijven altijd restrisico's over ook al wordt dit
elektrisch gereedschap naar behoren bediend.
Volgende gevaren kunnen zich voordoen in
verband met de bouwwijze en uitvoering van dit
elektrisch gereedschap:
30
19.02.2010
9:23 Uhr
Seite 30
1. Longletsels indien geen gepaste stofmasker
wordt gedragen.
2. Gehoorschade indien geen gepaste
gehoorbeschermer wordt gedragen.
3. Schade aan de gezondheid die voortvloeit uit
hand-arm-trillingen indien het toestel lang zonder
62 dB (A)
onderbreking wordt gebruikt of niet naar behoren
3 dB
wordt gehanteerd en onderhouden.
75 dB (A)
3 dB
5. Vóór inbedrijfstelling
Trek vóór alle onderhouds-/ en
montagewerkzaamheden de netstekker uit het
stopcontact.
De machine moet worden opgesteld zodat ze
veilig staat, d.w.z. ze moet op een werkbank of
iets dergelijks worden vastgeschroefd.
Vóór inbedrijfstelling dienen alle afdekkingen en
veiligheidsinrichtingen naar behoren te zijn
gemonteerd.
De slijpschijven moeten vrij kunnen draaien.
Controleer of de gegevens vermeld op het
kenplaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens de machine aan te
sluiten.
5.1 Montage vonkenscherm (fig. 3-4, pos. 3)
Breng het vonkenscherm (3) op de dubbele
slijpmachine aan m.b.v. de justeerschroef (10).
5.2 Afstelling vonkenscherm (fig. 4-6, pos. 3)
Stel het vonkenscherm (3) af d.m.v. de
justeerschroef (10) zodat de afstand tussen de
droogslijpschijf (5) en het vonkenscherm (3) zo
klein mogelijk is en geenszins groter is dan 2 mm.
Stel het vonkenscherm (3) periodiek af zodat de
slijtage van de schijf wordt gecompenseerd.
5.3 Montage werkstukhouders (fig. 7-8, pos. 7)
Draai de bevestigingsschroeven los (6). Schroef
de werkstukhouders (7) vast op de dubbele
slijpmachine d.m.v. de bevestigingsschroeven
(6).
5.4 Afstelling werkstukhouders (fig. 8-9, pos. 7)
Stel de werkstukhouders (7) af d.m.v. de
bevestigingsschroeven (6) zodat de afstand
tussen de droogslijpschijf (5) en de
werkstukhouder (7) zo klein mogelijk is en
geenszins groter is dan 2 mm.
Stel de werkstukhouders (7) periodiek af zodat de
slijtage van de droogslijpschijf (5) wordt
gecompenseerd.