D
Praktische informatie
Wat kan u doen in het geval van problemen?
De kookplaat of de kookzones kunnen niet ingeschakeld worden:
• de kookplaat is slecht aangesloten op het elektriciteitsnet
• de zekering is gesprongen
• de aanraaktoetsen zijn bedekt met water of vet
• er bevindt zich een voorwerp op de aanraaktoetsen
Het symbool [ E ] wordt weergegeven:
• neem contact op met de klantendienst
Eén van de kookzones of de volledige kookplaat wordt uitgeschakeld:
• De noodbeveiliging werd ingeschakeld
• Dat is het geval wanneer u vergeten bent één van de kookzones uit te schakelen
• De beveiliging wordt eveneens geactiveerd wanneer één of meerdere aanraaktoetsen
bedekt zijn
Het symbool [ ER03 ] wordt weergegeven:
• Raadpleeg het hoofdstuk inzake de overloopbeveiliging.
Het symbool [ Er21 ] wordt weergegeven:
• De kookplaat is oververhit. Laat ze afkoelen en schakel ze vervolgens opnieuw in.
Het symbool [ U400 ], [ Er25 ] of [ U4 ] wordt knipperend weergegeven:
• De kookplaat is slecht aangesloten op het elektriciteitsnet. Controleer de aansluiting en
sluit de kookplaat opnieuw aan.
Indien één van de bovenstaande symbolen weergegeven blijft worden, dient u contact op
te nemen met de klantendienst.
NL
31