GE AD044 Manuel D'installation page 6

NL
B
ESCHRIJVING
De AD044 is een universele, externe module welke
geplaatst wordt tussen conventionele detectoren en de
ATS1290 Point ID DI. De AD044 ondersteunt maximaal
vier ingangen en vier bewaakte uitgangen.
U kunt in een dubbellus ingangsconfiguratie vier
conventionele detectoren aansluiten (EOL-aansluiting
met twee weerstanden, 2 x 47 kOhm).
U kunt de uitgangen bijvoorbeeld gebruiken om de alarm-
LED van de detector in of uit te schakelen (afhankelijk van
de overige functies van de detector, die kunnen worden
geprogrammeerd of modules kunnen activeren).
Bewaking van de uitgangen kan nuttig zijn om de verbindingen
tussen de aangesloten belastingen en uitgangen te bewaken,
zoals bijvoorbeeld bij brandalarmgevers (verplicht voor UL).
M
ODULECATEGORIE
De AD044 behoort tot de modulecategorie I/O, type
1 en wordt automatisch herkend nadat de module in
de ATS1290 DI is ingelezen.
D
E MODULE BEVESTIGEN
1. Voer de bekabeling door de hiervoor bestemde opening
aan de achterzijde van de module in. Zie afbeelding
Vergrote weergave: 1. Deksel;
2. Printplaat; 3. Metalen beugel; 4. Behuizing;
5. Invoer opening voor de bekabeling.
LET OP! U moet vrij zijn van statische
elektriciteit alvorens de printplaat vast
te nemen. Raak een geaard, metalen
oppervlak aan voordat u de printplaat
vastneemt of draag een geaarde (pols)band.
2. Monteer de behuizing door gebruik te maken van de
daartoe bestemde bevestigingsgaten.
3. Monteer de metalen beugel op de behuizing.
4. Monteer de printplaat op de metalen beugel.
D
E MODULE AANSLUITEN
Sluit de AD044 aan op de detectoren en de Point ID-bus. Zie
afbeelding .
1. Sluit de bedrading aan op de juiste schroefconnectoren
op de printplaat en draai de schroeven vast. Zie
afbeelding : 1. Bus In; 2. Bus Uit; 3.Monitor ingang
netspanning en accu*; 4. Ingangen; 5. Uitgangen**,
6. Voeding
*Opmerking 1: Bij een open contact op de ingang van
de netspanningsmonitor wordt een netspanningsfout aan
het controlepaneel doorgegeven. Bij een open contact op
de ingang van de batterijmonitor wordt een accufout aan
het controlepaneel doorgegeven. De beide
monitoringangen zijn in rust wanneer beide contacten
gesloten zijn, of kortgesloten zijn met behulp van een
draadbrug.
Installatiehandleiding
**Opmerking 2: De uitgangen schakelen de
voedingsspanning (12 of 24 VDC) over de
aangesloten belasting bij activering.
2. Stel met behulp van de DIP-schakelaars het juiste adres
in. Zie afbeelding
Opmerking 3: De DIP-schakelaars zijn standaard
ingesteld op 255. Dit is een ongeldig adres. De module
communiceert pas met de ATS1290 Point ID DI nadat
een geldig adres is ingesteld. Raadpleeg de
handleiding voor de ATS1290 om de juiste
adresinstelling voor elke module te bepalen.
3. Plaats het deksel op de behuizing. Zie afbeelding
4. Test de module wanneer het bussysteem volledig
is geïnstalleerd en het controlepaneel op spanning
is gezet.
A
DRESINSTELLING
UITGANGSNUMMERING
Stel de AD044 in op het unieke adres op de Point-ID-bus. Zie
afbeelding voor meer informatie.
De AD044 neemt normaal gesproken vier opeenvolgende
adressen in beslag, waarbij het adres ingesteld met de DIP-
schakelaars het hoofdadres is. Wanneer ingesteld voor het
gebruik van bewaakte uitgangen neemt de AD044 tot acht
opeenvolgende adressen in beslag.
D A MASTER-
E DVISOR
.
Ingang 1 is gekoppeld aan het hoofdadres.
Ingang 2 is gekoppeld aan het hoofdadres +1.
Ingang 3 is gekoppeld aan het hoofdadres +2.
Ingang 4 is gekoppeld aan het hoofdadres +3.
D A MASTER-
E DVISOR
Uitgang 1 is gekoppeld aan het hoofdadres.
Uitgang 2 is gekoppeld aan het hoofdadres +1.
Uitgang 3 is gekoppeld aan het hoofdadres +2.
Uitgang 4 is gekoppeld aan het hoofdadres +3.
U
ITGANGENBEWAKING
De AD044 kan uitgangenbewaking ondersteunen op alle vier
de uitgangen. De controle van uitgang 1 is gekoppeld aan
ingang 5 en verder.
Volgens de standaardinstelling worden de uitgangen bewaakt.
Als een uitgang (bijv. uitgang 1) open is, mist de uitgang de
EOL-weerstand (47K) en is de eraan gekoppelde ingang
(ingang 5) in alarmtoestand. De relaisuitgang volgt de
gekoppelde uitgang van het controlepaneel niet.
Opmerking 4: De AD044 werkt alleen juist als de EOL-
weerstanden worden gebruikt.
De bewaking van de uitgangen 1 t/m 4 zijn gekoppeld aan de
opeenvolgende ingangsadressen:
Bewaking uitgang 1 is gekoppeld aan ingang 5 met
hoofdadres+4.
Bewaking uitgang 2 is gekoppeld aan ingang 6 met
hoofdadres+5.
6
.
,
INGANGSNUMMERING EN
INGANGEN
UITGANGEN
.