Bewaking uitgang 3 is gekoppeld aan ingang 7 met
hoofdadres+6.
Bewaking uitgang 4 is gekoppeld aan ingang 8 met
hoofdadres+7.
1.
Het is mogelijk andere Point ID-modules toe te wijzen
binnen het AD044-bereik. Wanneer bijvoorbeeld de
AD044 is ingesteld op adres 0 en de AD011 is
ingesteld op adres 2, bezet de AD044 adres 0 (I/O 1),
1 (I/O 2) en 3 (I/O 4) en bezet de AD011 adres 2. I/O 3
van de AD044 is niet beschikbaar.
2.
Als de ingangen 2, 3 of 4 of zelfs 5, 6, 7 en 8 worden
gebruikt, moeten ze binnen het I/O-bereik van de
ATS1290 vallen. Als ze buiten het bereik vallen, zijn ze
niet beschikbaar.
3.
Als sommige ingangen van de AD044 niet worden
gebruikt, moet de ingang van de gekoppelde ingang
in het Advisor MASTER controlepaneel worden
geprogrammeerd als ongebruikt.
4.
Als sommige uitgangen van de AD044 niet worden
gebruikt, moet de gekoppelde uitgang in het Advisor
MASTER controlepaneel niet worden geprogrammeerd
(standaard).
G
EHEUGENLOCATIES VOOR
Locatie
Functie
3
Ingangstypen
Uitgangen
5
bewaking
Z
ONETYPE
Ingangslus-
Status ATS-controlepaneel
weerstand
Dubbele EOL
<20 ohm
Kortsluiting
47K
Normaal
94K
Alarm
> 1 Meg ohm
Open
AD044
Decimale waarden
Bijvoorbeeld:
0 = Alle ingangen niet in gebruik
85 = Alle ingangen zijn Enkel EOL
170 = Alle ingangen zijn Dubbel EOL
(standaard)
Bijvoorbeeld:
0 = Alle uitgangsbewakingen uitgeschakeld
15 = alle uitgangsbewakingen ingeschakeld
(standaard)
Raadpleeg ook de handleiding van de ATS1290 Point
ID DI voor de directe koppeling naar het ingangsnummer
(controlepaneel).
G
EHEUGENLOCATIES
Elke Point ID-module heeft bepaalde programmeerbare
eigenschappen of functies voor de in- en uitgangen.
Er zijn in totaal 16 geheugenlocaties gereserveerd om de
Point ID-module te configureren. Alleen de eerste negen
kunnen normaal gesproken door de gebruiker worden
geconfigureerd. Dit hangt af van de functionaliteit van
de specifieke module.
Voor de AD044 Point ID-module zijn alleen de
geheugenlocaties 3 en 5 van belang.
Op geheugenlocatie 3 kunt u het ingangstype configureren
voor elke ingang naar Enkele EOL (enkellus) of Dubbele
EOL (dubbellus) weerstand (standaard). U kunt de ingang
ook uitschakelen (de status is dan altijd "Normaal").
Op geheugenlocatie 5 kunt u de uitgangsbewaking voor
elke uitgang inschakelen (standaard) of uitschakelen.
Binaire waarden
Ingang 4
Bit 7-6
00 = Ingang niet in gebruik
01 = Enkel EOL
10 = Dubbel EOL (standaard)
11 = Niet-gedefinieerd
Uitgang 4 Uitgang 3
Bit 3
0 = uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld (standaard)
Status ATS-controlepaneel
Enkele EOL
Kortsluiting
Normaal
Alarm
Alarm
7
Ingang 3
Ingang 2 Ingang 1
Bit 5-4
Bit 3-2
Bit 1-0
Uitgang 2 Uitgang 1
Bit 2
Bit 1
Bit 0