nl
Storing
Het apparaat koelt niet, de
temperatuurindicatie en de
verlichting branden.
De temperatuur in de
verskoelruimte is te koud of
te warm.
Zelftest apparaat
Het apparaat beschikt over een
automatisch zelftestprogramma dat
de oorzaken van storingen aangeeft die
alleen door de Servicedienst verholpen
kunnen worden.
Zelftest starten
1. Apparaat uitschakelen en 5 minuten
wachten.
2. Apparaat inschakelen en binnen de
eerste 10 seconden de Super-toets,
afb. "/2, indrukken en 3–5 seconden
ingedrukt houden tot er een
geluidssignaal klinkt.
Het zelftestprogramma start.
Terwijl de zelftest wordt uitgevoerd,
klinkt ondertussen een lang
geluidssignaal.
60
Eventuele oorzaak
Het presentatielicht is
ingeschakeld.
De standaardinstelling is te
hoog of te laag ingesteld
(bijv. bij vorst in de
verskoelruimte).
Oplossing
Alarm-toets, afb. "/5, indrukken en
10 seconden ingedrukt houden.
Controleer na enige tijd of het apparaat koelt.
De temperatuur in de verskoelruimte kan 3
standen warmer of kouder ingesteld worden,
afb. ". Wanneer de koelruimtetemperatuur is
ingesteld op stand 0, heeft de verskoelruimte
een temperatuur van ongeveer 0 °C.
1. Super-toets 2 3 seconden ingedrukt
houden tot temperatuurindicatie 4
knippert.
2. Met de temperatuurinsteltoets 3 de
instelling veranderen.
Stand -3 is de koudste instelling
Stand +3 is de warmste instelling
Na een minuut wordt de ingestelde stand
opgeslagen.
Als na afloop van de zelftest
2 geluidssignalen klinken en de
ingestelde temperatuur wordt
weergegeven, is uw apparaat in orde.
Als na afloop van de zelftest
5 geluidssignalen klinken en de Super-
toets 10 seconden knippert, is er sprake
van een fout. Neem contact op met de
servicedienst.
Zelftest apparaat beëindigen
Na afloop van het programma schakelt
het apparaat weer over op het normale
gebruik.