NL
3.4 Gaskabel
1. Monteer de gaskabel aan de motor (indien dit
nog niet is gebeurd). Zie de gebruiksaanwijzing
van de motorleverancier.
2. Trek de kabel langs de onderzijde van de kap
(1:G) en over de schroeven van de handgreep
omhoog.
3. Bevestig de kabel in de gashendel. Zie afb. 7.
3.5 Kabel voor achteruithendel
Geldt alleen voor uitvoering 75R.
De kabel is met R gemarkeerd.
1. Trek de kabel langs de onderzijde van de kap
(1:G) en over de schroeven van de handgreep
omhoog.
2. Haak de kabel in de achteruithendel (1:A) en
plaats de kabel door de opening in de kabelbe-
huizingsbevestiging aan de linker handgreep.
3. Stel zo nodig de kabelhuls af.
3.6 Aandrijfkabel
1. Trek de kabel langs de onderzijde van de kap
(1:G) en over de schroeven van de handgreep
omhoog.
2. Haak de kabel in de aandrijfhendel (1:B) en
plaats de kabel door de opening in de kabelbe-
huizingsbevestiging aan de linker handgreep.
3. Stel zo nodig de kabelhuls af.
3.7 Spatschermen
Monteer de spatschermen aan de rechter- en link-
erkant. Gebruik hiervoor de meegeleverde bouten,
moeren en ringen.
3.8 Rotor
Monteer de buitenste rotors en snijschijven (1:O).
Gebruik hiervoor de meegeleverde bouten, moer-
en, borgpennen en ringen. Zie afb. 8.
4 BESCHRIJVING
De frees wordt aangedreven door een viertaktmo-
tor en is bedoeld voor het frezen van tuingrond. Hi-
eronder worden de belangrijkste onderdelen en
bedieningselementen van de frees beschreven.
58
NEDERLANDS
4.1 Achteruithendel (1:A)
Geldt alleen voor uitvoering 75R.
De hendel wordt gebruikt om de rotor in de achter-
uit te zetten terwijl de motor loopt.
De achteruithendel en aandrijfhendel (1:B) mogen
nooit tegelijkertijd worden geactiveerd.
Hendel in stationairstand (voorwaarts) –
geen aandrijving.
Hendel naar achteren– de machine gaat
achteruit.
4.2 Aandrijfhendel (1:B)
De hendel wordt gebruikt om de rotor in de voor-
waartse stand te zetten terwijl de motor loopt.
De achteruithendel (1:A) en de aandrijfhendel
mogen nooit tegelijkertijd worden geactiveerd.
Hendel in stationairstand (omlaag) – geen
aandrijving.
Hendel ingeknepen – voorwaartse aandri-
jving.
4.3 Gas- en stopregeling (1:C)
De regeling regelt het motortoerental en heeft een
start- en stopstand.
Met de gasregeling kan het toerental worden
geregeld en de motor worden uitgeschakeld.
Stoppen: regeling in de achterste stand.
Stationair: regeling 1 cm vóór achterste stand.
Volgas en starten: regeling in de voorste stand.
4.4 Handgreep (1:D)
De handgreep heeft twee handvatten waarmee de
frees over het te frezen oppervlak wordt geleid.
4.5 Tankdop
Verwijder de tankdop om benzine bij te vullen.
Tijdens het frezen moet de tankdop altijd geslo-
ten zijn.
De volgende tabel toont de plaats van de tankdop:
Machine
75-G
75R-B
75R-H
75R-HX
Afbeelding:Positie
2:E
1:E
3:E
4:E