Dit gereedschap heeft drie werkingsfuncties.
•
Boorfunctie (alleen draaien)
•
Klopboorfunctie (draaien met kloppen)
•
Schroevendraaierfunctie (draaien met koppeling)
Het aandraaikoppel instellen
► Fig.9: 1. Werkingsfunctiekeuzering 2. Instelring
3. Koppelaanduiding 4. Pijlteken
Door de instelring te draaien, kan het aandraaikoppel
worden ingesteld in 21 stappen. Lijn de koppelaan-
duiding uit met het pijlteken op het gereedschapshuis.
Voor het minimumaandraaikoppel kiest u 1 en voor het
Koppelaanduiding
Kolomschroef
Houtschroef Zachthout
(bijv.
naaldhout)
Hardhout
(bijv.
meranti)
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd alvo-
rens enig werk aan het gereedschap uit te voeren.
Het schroefbit/boorbit aanbrengen
of verwijderen
Optioneel accessoire
► Fig.10: 1. Bus 2. Dicht 3. Open
Draai de klembus linksom los om de klauwen te ope-
nen. Plaats het schroefbit/boorbit zo ver mogelijk in de
spankop. Draai de klembus rechtsom om het bit in de
spankop vast te zetten. Om het schroefbit/boorbit te
verwijderen, draait u de klembus linksom.
De haak aanbrengen
► Fig.11: 1. Gleuf 2. Haak 3. Schroef
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op
te hangen. De haak kan aan iedere zijkant van het
gereedschap worden bevestigd. Om de haak te beves-
tigen, steekt u deze in een gleuf op een zijkant en zet
u hem vast met de schroef. Om de haak eraf te halen,
draait u de schroef los en haalt u de haak eraf.
De schroefbithouder aanbrengen
Optioneel accessoire
► Fig.12: 1. Schroefbithouder 2. Schroefbit
Pas de schroefbithouder op de uitstekende nok aan
de voet van het gereedschapshuis, links of rechts naar
keuze, en zet de bithouder vast met een schroef.
Wanneer u het schroefbit niet gebruikt, kunt u het in de
schroefbithouders opbergen. Schroefbits van 45 mm
lengte kunnen hier worden bewaard.
1
2
3
4
5
6
M4
–
–
Selecteer een functie die geschikt is voor uw
werk. Draai de werkingsfunctiekeuzering en lijn de
gewenste markering uit met het pijlteken op het
gereedschapshuis.
maximumaandraaikoppel kiest u 21.
Alvorens met het eigenlijke werk te beginnen, draait
u eerst een testschroef in uw werkstuk of een stuk
identiek materiaal, om te bepalen welk aandraaikoppel
het meest geschikt is voor een bepaalde toepassing.
Hieronder volgt een grove richtlijn voor de relatie tussen
de schroefmaat en de koppelaanduiding.
7
8
9
10
11
12
M5
ɸ3,5 x 22
ɸ4,1 x 38
ɸ3,5 x 22
BEDIENING
LET OP:
die op zijn plaats vastklikt. Wanneer het rode deel
aan de bovenkant van de knop nog zichtbaar is, zit de
accu er nog niet helemaal in. Schuif hem er helemaal
in totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u
dit nalaat, zou de accu uit het gereedschap kunnen
vallen en uzelf of anderen kunnen verwonden.
LET OP:
verlaagt u de belasting of stopt u het gereedschap
om te voorkomen dat het gereedschap wordt
beschadigd.
Houd het gereedschap stevig vast met één hand aan de
handgreep en de andere aan de onderkant van de accu
om wringkrachten goed te kunnen beheersen.
► Fig.13
Gebruik als schroevendraaier
LET OP:
juiste koppel voor uw werkstuk.
LET OP:
schroefkop steekt, anders kunnen de schroef en/
of het schroefbit beschadigd worden.
Draai eerst de werkingsfunctiekeuzering zodat het
pijlteken op het gereedschapshuis naar de marke-
ring
wijst.
Plaats de punt van het schroefbit in de schroefkop
en oefen wat druk uit op het gereedschap. Start het
gereedschap langzaam en verhoog dan geleidelijk de
snelheid. Zodra de koppeling aangrijpt, laat u de trek-
kerschakelaar onmiddellijk los.
36 NEDERLANDS
13
14
15
16
17
ɸ4,1 x 38
Druk de accu altijd stevig aan totdat
Wanneer de snelheid sterk afneemt,
Stel de koppelinstelring in op het
Zorg dat het schroefbit recht in de
18
19
20
21
M6
–
–