afhankelijk van het gebied dat u wilt beveiligen: zie afb. 3.
• U dient de vorm van het gebied dat u wilt beveiligen nauw-
gezet te bestuderen; in geval van twijfel wordt aangeraden
om, alvorens het product definitief vast te zetten, het provi-
sorisch te bevestigen en tests en eventueel noodzakelijke
instellingen uit te voeren.
• Dankzij de beugel waarmee de HSDIM22 aan de wand
wordt bevestigd, is het mogelijk de batterijen gemakkelijk
te vervangen, door de sensor aan deze beugel vast of los
te koppelen. Om de sensor los te maken, gebruikt u het
hiervoor bestemde deblokkeerhendeltje (afb. 4).
• Als u het product in een hoek wilt installeren, dient u ge -
bruik te maken van het verstelbare scharnier mod. HSA3
(optioneel accessoire): Let op! – Bij gebruik van het schar-
nier gaat de beveiliging tegen verwijdering van de inrichting
gedeeltelijk verloren, aangezien de magneet op de beugel
blijft. Als de magneet niet gebruikt wordt, dient u de bevei-
liging te deactiveren met de instelling dip-switch 5 = ON.
01. Bepaal de bevestigingspositie van de beugel en controleer
hierbij of deze compatibel is met de totale ruimte die de
detector in beslag neemt: het moet mogelijk zijn om het
deblokkeerhendeltje te bereiken (afb. 4) en er moet vol-
doende ruimte zijn om de detector los en vast te maken.
02. A – Wandmontage: boor twee gaten voor de bevesti-
gingspluggen en een gat voor de magneet, die dient voor
de beveiliging "tegen verwijdering". Zet vervolgens de
beugel vast met de hiervoor bestemde pluggen (afb. 5-A);
02. B – Hoekmontage met scharnier mod. HSA3:
bevestig het scharnier aan de wand (zie de betreffende
instructiehandleiding) en bevestig vervolgens de beugel
aan het scharnier zoals aangegeven in (afb. 5-B);
03. Open het kastje door de 4 achterste schroeven (afb. 6);
04. Stel de besturingseenheid in voor de zelflering van HSDIM22
(zie de instructiehandleiding van de besturingseenheid);
05. Open het batterijvak zoals aangegeven in afb. 7 en trek
2 - Nederlands
het isolatielipje weg, dat de batterijen afgekoppeld houdt:
de HSDIM22 laat twee series van 3 pieptonen horen en
begint met zijn programmering in zelfleringmodus; dit
wordt bevestigd door 1 pieptoon van de besturingseen-
heid (4 pieptonen geven aan dat de inrichting reeds
geprogrammeerd is).
06. Programmeer de dip switches (afb. 8) en stel de trim-
mers in (afb. 8), zie hiervoor hoofdstuk 3 - Programme-
ring; voer vervolgens een "Test" van de werking uit, zie
paragraaf 3.1.
07. Sluit het kastje (afb. 9) en bevestig de HSDIM22 aan zijn
bevestigingsbeugel (afb. 10).
3 - PROGRAMMERING
HSDIM22 is voorzien van 5 "dip-switches" (afb. 8) waarmee
enkele werkingsparameters geprogrammeerd kunnen wor-
den en 2 "trimmers" voor de instelling (PT1 en PT2 - afb.
8): zie Tabel 1 en Tabel 2.
3.1 - Procedure voor programmering en "Test" van
de werking
01. Programmeer eerst de infrarooddetector met 1 impuls
om het alarm af te laten gaan: dip-switch 3 = OFF
(Tabel 1).
02. Programmeer vervolgens de "gevoeligheid" van de infra-
rooddetector PIR: dip-switch 1-2 op de minimumwaar-
de die nodig is (Tabel 1).
03. Stel de waarde voor de "vertraging na betreding" in op
het minimum: trimmer PT2 (afb. 8).
04. Stel de waarde van de gevoeligheid van de microgolf
detector in (trimmer PT1 - afb. 8).
05. Controleer de dekking van het beveiligde gebied: maak
korte bewegingen binnen het gebied en controleer de
signaleringen die gegeven worden door de led L1 (afb.
2). Stel de gevoeligheidswaarde zo nodig verder bij.
06. Na de gevoeligheid te hebben ingesteld wordt, om de