Kinderen vanaf 3 jaar en jonger dan 8 jaar mogen de
stekker niet in het stopcontact steken, het toestel niet
instellen en reinigen en/of het gebruikersonderhoud
uitvoeren.
Pas op - enkele delen van het product kunnen erg
heet worden en brandwonden veroorzaken.
Extra voorzichtigheid is geboden wanneer er kinderen
en/of kwetsbare mensen aanwezig zijn.
PAS OP! Om gevaar te voorkomen door het
onbedoeld resetten van de beveiliging tegen
oververhitting, mag dit toestel niet van spanning
worden voorzien via een externe schakelinrichting
(bijv. een schakelklok) en/of aangesloten zijn op een
stroomcircuit dat regelmatig door een apparaat wordt
in- en uitgeschakeld.
Let op! Als het netsnoer van dit toestel beschadigd
raakt, dan moet het - om gevaren te voorkomen -
worden vervangen door de fabrikant of zijn
klantenservice of een vergelijkbaar gekwalificeerde
persoon.
Ontvlambare materialen moeten zich op ten minste 1
meter afstand van het verwarmingstoestel bevinden.
Gebruik of bewaar geen explosieve of ontvlambare
stoffen (bijv. benzine, papier, verf) in de ruimte waar
het product geplaatst is.
Kies de plaats voor de montage van het
verwarmingstoestel zodanig, dat onbedoeld contact
wordt voorkomen.
Houd het verwarmingstoestel schoon.
Bescherm de elektrische onderdelen tegen vocht.
Dompel het toestel tijdens het gebruik of het
schoonmaken ervan nooit in water of andere
vloeistoffen om een elektrische schok te voorkomen.
Houd het toestel nooit onder stromend water.
Schakel het toestel uit, haal de stekker uit uit
stopcontact en laat het toestel afkoelen, voordat u
montage-, ombouw-, reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden uitvoert, het toestel
opslaat of transporteert.
Zodra het verwarmingstoestel niet wordt gebruikt,
moet u de stekker altijd uit het stopcontact halen.
Trek daarbij niet aan het netsnoer.
WAARSCHUWING! Om oververhitting van het
verwarmingstoestel te voorkomen, mag het toestel
niet worden afgedekt.
Dit apparaat mag slechts buiten gebruikt worden
maar dient in ieder geval tegen vocht en regen
beschermd te worden en mag onder 0° C NIET
gebruikt worden.
Het apparaat mag uitsluitend voor
verwarmingsdoelen gebruikt worden.
Let op! De dichtheidstest met open vlam is strikt
verboden.
Niet onder de begane grond gebruiken.
Het apparaat nooit tijdens het gebruik verplaatsen of
optillen.
Het apparaat nooit aan één van zijn onderdelen
optillen, als dit aan de fles bevestigd is.
Nooit in de buurt van de spuitmond aan de achterkant
ontsteken.
Het stralingsvlak minimaal 2 m van alle soorten
brandbare stoffen houden.
Een minimale afstand van 50 cm tussen wanden en
het achterste deel of zijkanten houden.
Bij gasverlies (geur) onmiddellijk het gasflesventiel
sluiten en het apparaat van elke brandbron ver
verwijderd houden.
De dichtheid van alle verbindingspunten testen.
Indien het gasverlies niet stopt, schakel voor verder
gebruik absoluut een vakman in ter advisering.
Het inbouwen en onderhoud van het apparaat dienen
overeenkomstig te zijn aan de wetten en
voorschriften van het betreffende land waar het
apparaat wordt gebruikt.
De gasfles nooit op zijn kop houden, ook niet als
deze leeg is. Een dergelijke stap kan een verstopping
van de slang teweegbrengen met resten uit de
gasfles en brandgevaar en directe beschadiging van
het apparaat veroorzaken.
Het beschermrooster en/of andere onderdelen van de
brander nooit demonteren.
Kinderen ver van de brander houden.
Het apparaat nooit onbewaakt gebruiken!
Opbouwaanwijzingen en inbedrijfstelling
Gebruik het apparaat nooit in de buurt van vlammen,
vonken of brandbare stoffen
HOUD BESLIST EEN MINIMALE AFSTAND VAN 2 M
AAN !!!
Montage van het apparaat op de gasfles (afb. 2-5)
Stap 1
Stel alle componenten veilig op. Controleer de stabiele
positie van de straler met gasflesbevestiging, de gasslang
en de gasfles.
Stap 2
Gebruik de klemschroef (4) om de standaard (3) op de fles
te bevestigen.
Stap 3
Schroef de drukregelaar (11) en de gasslang (10) aan het
gasflesventiel aan.
Stap 4
Stel met de vleugelmoer (8) en de tandschijf (9) de straler
in de gewenste positie en bevestig deze op de standaard
(3).
Stap 5
Schroef de andere kant van de gasslang (10) aan het
veiligheidsventiel (7) goed vast aan.
Stap 6
Controleer het vastzitten van alle schroefverbindingen.
Voor inbedrijfstelling beslist de schroefsluitingen met
lekopsporingspray of een zeepoplossing behandelen
om op gaslekkages te controleren. Eventueel
nogmaals vast nadraaien.
Inbedrijfstelling
Stap 1
Plaats het samengestelde apparaat in een vlakke en
stabiele positie.
Stap 2
Open het ventiel op de gasfles. Controleer dat de
gasleiding en de schroefverbindingen gasdicht zijn en er
geen lekkage bestaat.
Stap 3
Houd een ontstekingspistool gereed.
Stap 4
Druk de regelaar voor de gashoeveelheid in de middelste
positie omlaag. Ontsteek de straler onmiddellijk daarna
met het ontstekingspistool (gevaar van milde ontploffing)
terwijl u de regelaar voor de gashoeveelheid langer
ingedrukt houdt. De regelaar voor de gashoeveelheid moet
eventueel meermaals ingedrukt worden om het mengsel
gas – lucht te ontsteken.
Stap 5
Houd de regelaar voor de gashoeveelheid noch ca. 10 tot
20 seconden ingedrukt nadat het mengsel gas – lucht
ontstoken is. Laat deze vervolgens langzaam los en
controleer dat de straler continue werkt.
Stap 6
Door het draaien van de regelaar voor de gashoeveelheid
kan de prestatie gereduceerd of verhoogd worden. Het
instellen is middels aanslagen begrensd.
Voor inbedrijfstelling beslist de schroefsluitingen met
lekopsporingspray of zeepoplossing behandelen om