•
Bij de inzet van sproeimiddelen die zijn bereid
op basis van plantaardige preparaten, moe-
ten deze vloeistoffen worden gefilterd alvor-
ens ze in te gieten.
•
Het vullen moet altijd gebeuren via de vulzeef
in het reservoir (afb. 4, pos. 7a).
•
Reinig het apparaat onmiddellijk na elk ge-
bruik. Alleen zo blijven de vloeistof geleiden-
de componenten van het apparaat schoon
en gaan ze niet vastkleven. Vastgekleefde
componenten kunnen tot een defect leiden.
1. Zet de druksproeier op een vlakke onder-
grond. Draai het deksel van het reservoir (afb.
5, pos. 6) van het reservoir af. Aan de binnen-
kant van het deksel zitten maataanduidingen
met 5ml, 10ml en 25ml inhoud.
2. Giet de door de producent van het middel
vermelde hoeveelheid vloeistof (bijv. water) in
het sproeimiddelreservoir. Indien het sproei-
middel nog niet werd bereid om het te kunnen
sproeien, voegt u vervolgens het afgemeten
hoeveelheid concentraat werkzame stoff en
toe en sluit u het reservoir zorgvuldig.
3. Meng, indien dit nog niet is gebeurd, het con-
centraat werkzame stoff en met bijv. het water
door de druksproeier te schudden.
4. Breng aan het sproeimiddelreservoir de
benaming van het gebruikte sproeimiddel aan
(bijv. stickers gebruiken)
5.4 Montage van de accu
Instructies:
•
Het apparaat wordt geleverd zonder accu en
zonder lader!
•
De afdekklep sluit automatisch en wordt
dichtgehouden door magneten.
Open de afdekklep en houd hem vast (afb. 6,
pos. 8). Schuif de accu in de daartoe voorziene
houder. Let erop dat de grendelknop (afb. 6, pos.
C) vastklikt, zodra de accu volledig erin is ge-
schoven. De demontage van de accu gebeurt in
omgekeerde volgorde.
5.5 Laden van de accu
1. Accupack uit het apparaat nemen. Daarvoor
op de grendelknop drukken (afb. 6, pos. C).
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de la-
der in het stopcontact. De groene LED begint
te knipperen.
3. Steek de accu op de lader (afb. 7).
4. Onder punt 'Indicatie lader' vindt u een tabel
Anl_GE_WS_18-150_Li_SPK9.indb 116
NL
met de betekenissen van de LED-indicatie
aan de lader.
Tijdens het laden kan de accu iets warm worden.
Dit is echter normaal.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan
•
of aan het stopcontact de netspanning voor-
handen is,
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Indien het laden van de accupack nog altijd niet
mogelijk is, dan verzoeken wij u
•
de lader
•
en de accupack
op te sturen aan onze klantendienst.
Voor een deskundige verzending verzoeken
wij u contact op te nemen met onze klan-
tendienst of het verkooppunt waar u het ap-
paraat heeft aangekocht.
Zorg er bij de verzending of verwerking van
accu's resp. het accu apparaat voor dat deze
afzonderlijk worden verpakt in plastic zakken,
om kortsluitingen en brand te vermijden!
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
5.6 Accu-capaciteitsindicatie (afbeelding 8)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
catie (pos. A). De accu-capaciteitsindicatie (pos.
B) signaleert u de laadtoestand van de accu aan
de hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De accu werd diep ontladen en is defect. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt en geladen
worden!
- 116 -
22.10.2020 08:47:25