8
Bedieningsinstructies
Gebruik de sensorvelden om het apparaat te bedienen. De displays en
indicatielampjes geven aan welke functies worden gebruikt.
1
Kookstandweergave
2
/
3
Kookstanddisplays
Display
-
Restwarmte-indicatie
WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar door restwarmte!
BEDIENINGSINSTRUCTIES
In- en uitschakeling
Raak
1 seconde aan om het apparaat in– of uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als:
• alle kookzones uitgeschakeld zijn
• u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat heeft ingeschakeld.
• u langer dan 10 seconden een voorwerp op een sensorveld legt (een pan, een doek
enz.). Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
• u na een bepaalde tijd een kookzone niet hebt uitgeschakeld of de kookstand niet hebt
gewijzigd. Zie de tabel.
Automatische uitschakeltijden
Temperatuurin-
stelling
Stopt na
Sensorveld
De kookzone is uitgeschakeld.
De kookzone wordt gebruikt
Er is een storing.
Een kookzone blijft heet (restwarmte).
Slot/kinderbeveiliging is in werking.
De automatische uitschakeling is in werking getreden.
gaat aan.
-
6 uur
Het apparaat in- en uitschakelen.
Geeft de kookstand weer.
Kookstand verhogen of verlagen.
Beschrijving
.
-
5 uur
functie
4 uur
1,5 uur
-