NEN") te drukken, die zich aan de rechter-
kant van het apparaat bevindt.
5. Plaats de permanente filter in de filterkorf.
Als alternatief kunt u een papieren filter
grootte 4 gebruiken.
6. Als u de permanente filter gebruikt, kun-
nen zich kleine hoeveelheden koffiedrab in
de glazen kan ophopen. Dit is afhankelijk
van de techniek en is geen defect aan het
apparaat.
7. Sluit de zwenkarm met lichte druk.
8. Zet de glazen kan met gesloten deksel op de
warmhoudplaat.
9. Verwijder het deksel van het bonenreservoir.
Doe de koffiebonen in het bonenreservoir.
10. Denk eraan dat het bonenreservoir steeds
minstens halfvol moet zijn. De maximale
vulhoeveelheid bedraagt 200 g.
11. Maak het bonenreservoir niet te vol, omdat
de molen anders beschadigd kan raken.
12. Sluit het bonenreservoir met het deksel.
Houd er alstublieft rekening mee dat het
apparaat het niet registreert, als zich geen
bonen in het reservoir bevinden.
13. Selecteer het gewenste aantal kopjes, door
zo vaak op de knop „2-12 Tassen" („2-12
kopjes") te drukken, tot het gewenste aan-
tal verschijnt. U kunt tussen 2, 4, 6, 8, 10
en 12 kopjes kiezen. Let er a.u.b. absoluut
op dat u exact het aantal kopjes selecteert,
waarvoor u ook water in de kan hebt gedaan.
Als u water voor twee kopjes in de kan hebt
gedaan, moet u ook twee kopjes selecte-
ren; als u water voor vier kopjes in de kan
doet, moet u ook vier kopjes selecteren enz.
Alleen op die manier is de optimale smaak
van de koffie gegarandeerd. Het koffiezetap-
paraat maalt de exacte hoeveelheid voor het
betreffende aantal kopjes dat u ingesteld
hebt.
14. Nu kunt met de knop „STÄRKE"(„STERKTE")
de gewenste koffiesterkte selecteren.
15. Als u het wenst, kunt u ook koffie van koffie-
poeder bereiden. Druk hiervoor op de knop
„MÜHLE AUS" („MOLEN UIT"). Zolang
deze knop actief is, is de achtergrondver-
lichting van de knop blauw. Zodra het kof-
fiezetten beëindigt, wordt de knop „MÜHLE
AUS" („MOLEN UIT") automatisch gedeac-
tiveerd.
16. Nu doet u de gewenste hoeveelheid koffie-
poeder in de permanente filter, naar smaak
5-7 g (ca. 1 meetlepel) middelfijn gemalen
koffie per kopje. Te fijn gemalen koffie kan
de poriën van de filter verstoppen en dit kan
ertoe leiden dat de filter overloopt.
17. Druk op de knop „EIN/AUS" („AAN/UIT")
en vervolgens begint het apparaat met kof-
fiezetten.
18. In het display wordt tijdens het proces „Brü-
hen" („Koffiezetten") weergegeven.
19. Tijdens het koffiezetten kunt u de kan steeds
uit het apparaat halen. De druppelstop voor-
komt dat er koffie uit de filter druppelt. Zet
de kan binnen 30 seconden weer onder de
filter, zodat de filter niet overloopt.
20. Als het apparaat klaar is met koffiezetten,
wordt dit aangegeven door een signaaltoon.
21. De warmhoudplaat blijft net zo lang inge-
schakeld, als ook het koffiezetapparaat
ingeschakeld is, om de resterende koffie in
de kan warm te houden. Het apparaat scha-
kelt zich na 35 min. automatisch uit. Als
u de warmhoudfunctie niet wilt, schakelt u
het apparaat uit m.b.v. de knop „EIN/AUS"
(„AAN/UIT").
22. Laat de lege koffiekan niet op de hete warm-
houdplaat staan, nadat u de koffie hebt uit-
geschonken.
23. Neem de permanente filter uit het apparaat
en gooi de koffiedrab bij het afval.
43