exposé. N'utilisez jamais de câbles domestiques. Ils sont conçus pour un
maximum de 600 volts et entraîneront des pertes de tension.
• Utilisez du fil calibre 12,5 (2,5 mm) à haute résistance à la traction pour les
clôtures électriques permanentes.
BELANGRIJKE INFORMATIE
NL
WAARSCHUWING: LEES ALLE
INSTRUCTIES AANDACHTIG
• Vermijd aanraking van elektrische afrasteringen met het hoofd, mond, nek
of het bovenlijf. Klim niet over, door of onder een elektrische meerdraads-
afrastering. Gebruik een poort of een speciaal daarvoor geplaatste doorgang.
• Voorkom verstrengeling in de afrastering. Vermijd elektrische afrasterings-
constructies die mogelijk tot verstrengeling van dieren of personen kunnen
leiden.
• Het schrikdraadapparaat moet worden geïnstalleerd in een schuur en het
snoer mag niet worden aangeraakt wanneer de temperatuur beneden de 5
graden is.
• Zorg ervoor dat het schrikdraadapparaat volledig beschermd is tegen regen,
condensatie en andere vochtbronnen.
• Niet monteren op plaatsen die blootgesteld zijn aan warmtebronnen (zoals
een opgewarmde muur door de zon).
• Zorg ervoor dat het schrikdraadapparaat een goede ventilatie heeft.
• Elektrische afrasteringen moeten zo geïnstalleerd en bediend worden dat ze
geen elektrisch gevaar voor personen, dieren of hun omgeving vormen.
• Overal waar er een kans op de aanwezigheid van kinderen zonder
toezicht bestaat die niet op de hoogte zijn van de gevaren van elektrische
afrasteringen, is het aan te raden om tussen het schrikdraadapparaat en
de afrastering in de betreffende zone een begrenzing aan te sluiten met
een weerstand van niet minder dan 500 ohm om het adequate nominale
vermogen te beperken.
• Dit apparaat en de hierop aangesloten afrastering is niet bedoeld voor
het gebruik zonder toezicht door jonge kinderen of handelingonbekwame
personen. Buiten het bereik van kinderen installeren.
• Jonge kinderen dienen onder toezicht te staan, om er zeker van te zijn dat ze
niet met het apparaat of afrastering spelen.
• Plaats in de buurt van de afrastering of van de aansluitingen van het
schrikdraadapparaat geen brandbaar materiaal. Ontkoppel in tijden van
extreem brandgevaar het schrikdraadapparaat.
• Controleer regelmatig of de toevoerdraad en het schrikdraadapparaat niet zijn
beschadigd. Indien er enige schade wordt opgemerkt, stop dan onmiddellijk
het gebruik van het schrikdraadapparaat en stuur het terug naar een erkende
reparatiedienst om gevaarlijke situaties te vermijden.
• Laat reparatie en onderhoud enkel door erkend servicepersoneel uitvoeren.
• Verifieer ook of er volgens uw lokale wetgeving nog specifieke regels zijn.
• Schrikdraadapparaten met een Standby modus kunnen in- of uitgeschakeld
worden zonder waarschuwing. Het schrikdraadapparaat moet worden los
gekoppeld van het stroomnet.
• Een elektrische afrastering mag niet door twee verschillende schrikdraad-
apparaten gevoed worden of door onafhankelijke afrasteringscircuits
aangesloten op worden hetzelfde schrikdraadapparaat.
• Voor elk van twee afzondelijke afrasteringen, elk gevoed door een
afzonderlijk, onafhankelijk pulserend schrikdraadapparaat, moet de afstand
tussen de draden van de twee elektrische afrasteringen minimaal 2.5 m (8 vt)
bedragen. Indien deze opening moet kunnen worden afgesloten, gebruik dan
elektrisch niet-geleidend materiaal of een geïsoleerde metalen afsluiting.
• Bevestig niet twee schrikdraadapparaten op dezelfde aarding.
• Gebruik in een elektrische afrastering geen prikkel- of scheermesdraad als
geleider.
• Een niet-geëlectrificeerde prikkeldraad- of scheermesdraad-afrastering
mag als drager gebruikt worden voor één of meer op afstand geplaatste
elektrische afrasteringsdraden. Het dragende systeem voor deze onder
stroom staande afrasteringsdraden moeten dusdanig geconstrueerd zijn
dat een minimale afstand van 150 mm (6") uit het verticale vlak van de
stroomvrije prikkeldraad- of scheermesafrastering wordt bewaard. De
prikkel- en scheermesafrastering moeten op regelmatige afstanden geaard
worden.
• Houd u betreffende de aarding aan de aanbevelingen van de producent van
het schrikdraadapparaat.
• De aarde van het schrikdraadapparaat moet minimaal tot 1m diep in de
grond gestoken worden en niet binnen een afstand van 10m van andere
aardingssystemen van het lichtnet-, telecommunicatie- of andere systemen.
• Gebruik aanvoerkabel met hoogspanning-isolatie binnen gebouwen voor een
effectieve isolatie en gebruik deze kabel ook op plaatsen waar blootliggende
gegalvaniseerde draad eventueel aan corrosie onderhevig is. Gebruik
hiervoor geen kabel of snoer voor normale huishoudelijke toepassingen.
• Ondergrondse aansluitgeleiders moeten in een mantel uit geïsoleerd
materiaal worden geplaatst of er dient kabel met hoogspannings isolatie
worden gebruikt. Let erop dat er geen schade aan de aansluitdraden
700034014_A15, A30, A45_A5.indd 21
kan ontstaan door het in de grond zakken van hoeven van vee of door
tractorwielen.
• Aansluitleidingen voor de afrastering mogen niet door dezelfde kabelgoot
worden gevoerd waarin netspanningskabels of communicatie- of datakabels
liggen.
• Aansluitleidingen en draden van een elektrische afrastering mogen niet over
bovengrondse stroom-of communicatieleidingen heen lopen.
• Indien aangesloten op een 220V circuit dat niet beschikt over een
aardlekschakelaar (RCD), dan zal er ten alle tijde een plug in-RCD gebruikt
moeten worden.
• Indien mogelijk moeten afrasteringen niet onder bovengrondse hoog-
spanningsleidingen aangelegd worden. Indien dit niet kan worden vermeden,
dan dient de afrastering de bovengrondse leiding zo haaks te mogelijk
kruisen.
• Indien aansluitkabels en draden van een elektrische afrastering in de buurt
van bovengrondse lichtnetleidingen worden geïnstalleerd, dan mogen de
onderlinge afstanden niet kleiner zijn dan wat hieronder wordt aangegeven:
Minimale afstand tussen hoogspanningsleidingen en elektrische
afrasteringen
Spanning hoogspanningsleiding
≤ 1 000
> 1 000 ≥ 33 000
> 33 000
• Indien aansluitkabels en draden van elektrische afrasteringen in de buurt van
bovengrondse leidingen worden geïnstalleerd, mag de bovengrondse hoogte
niet groter zijn dan 3 m (9 vt).
• Deze hoogte geldt aan beide kanten van de loodrechte projectie op de grond
vanuit de buitenste geleiders van de hoogspanningslijn, op een afstand van:
- 2m (6 vt) voor stroomleidingen met een nominale spanning van niet meer
dan 1000 V;
- 15m (48 vt) voor stroomleidingen met een nominale spanning van meer
dan 1000 V.
• Voor elektrische afrasteringen bedoeld om vogels af te schrikken, huisdieren
tegen te houden of te trainen, zoals koeien, zijn schrikdraadapparaten met
slechts een laag vermogen nodig om een bevredigend en veilig resultaat te
verkrijgen.
• Vogelafschrikking: Indien het schrikdraadapparaat gebruikt wordt om een
systeem van elektrische geleiders te voeden waarmee wordt tegengegaan
dat vogels op gebouwen rusten, dan mag geen elektrische geleider
daarvan geaard worden. Duidelijke waarschuwingsborden moeten op elke
plaats worden bevestigd waar personen directe toegang hebben tot de
elektrische geleiders. Een schakelaar moet worden geïnstalleerd om het
schrikdraadapparaat van alle polen van de zijn voedingslijn af te schakelen.
• Afrasteringsdraden moeten op ruime afstand van telefoon- of telegraaflijnen
of radioantennes worden geïnstalleerd.
• Indien een elektrische afrastering een publiek pad kruist, moet een
spanningsvrije poort in de elektrische afrastering worden geplaatst of moet
er een overstapplaats aangebracht worden. Bij deze kruisingen moeten
de naburige geëlectrificeerde draden een waarschuwingsbord hebben
(4002555).
• Van alle delen van het raster die zich langs de openbare weg bevinden,
moeten de bordjes stevig bevestigd zijn aan de palen of goed vastgeklemd
zijn aan de draden.
• De afmetingen van het waarschuwingsbordje moeten tenminste 100mm x
200mm bedragen.
• De kleur moet aan beide zijden geel zijn en de belettering moet zwart zijn met
de volgende inhoud:
- "PAS OP: SCHRIKDRAAD!" of,
- Het onderstaande symbool:
• De tekst moet vermeld staan aan beide zijden van het waarschuwingsbordje
en een hoogte hebben van tenminste 25mm.
• Zorg ervoor dat alle gebruikte lichtnetgevoede neveninstallaties, die met de
elektrische afrastering zijn verbonden, minimaal dezelfde mate van isolatie
tussen de aangesloten afrastering en het lichtnet heeft heeft als waar het
schrikdraadapparaat in voorziet.
Afstand m
3
4
8
21
02-11-15 12:05