Het antisplinterplaatje kan voor be-
paalde soorten zaagbladen (zoals ge-
zette zaagbladen) niet worden gebruikt.
Glijvoet voor voetplaat
(zie afbeelding
De van een stalen inlegstuk voorziene alumini-
umvoetplaat 11 waarborgt de grootst mogelijke
stabiliteit en is zonder gebruik van de glijvoet 12
bedoeld voor het bewerken van metaalopper-
vlakken en niet-kwetsbare materialen.
Bij het bewerken van krasgevoelige materialen
voorkomt de glijvoet 12 het bekrassen van kwets-
bare oppervlakken.
Om de glijvoet aan te brengen, deze vooraan de
voetplaat vastmaken, achteraan omhoogduwen
en laten vastklikken.
Gebruikstips
Invalzagen
Met de invalzaagmethode mogen alleen
zachte materialen worden bewerkt zoals
hout, gasbeton, gipskarton en derge-
lijke.
Uitsparingen in hout zijn mogelijk zonder voorbo-
ren door het insteken van het zaagblad terwijl de
machine loopt. Dit vereist echter een zekere oe-
fening en is alleen mogelijk met korte zaagbla-
den.
Machine met de voorste rand van de voetplaat op
het werkstuk plaatsen en inschakelen. Machine
stevig tegen het werkstuk duwen en zaagblad
langzaam in het werkstuk laten invallen.
Na het bereiken van de vereiste zaagdiepte de
machine weer in de normale werkstand brengen
zodat de voetplaat vlak op het werkstuk ligt en
langs de zaaglijn verderzagen.
46 • 2 609 932 100 • 09.01
)
D
Nederlands - 5
Na het zagen de machine eerst uitschakelen en
vervolgens uit de zaagsnede trekken.
Cirkel-/parallel-aanslag
(Toebehoren - zie afbeelding
Met de gecombineerde cirkel-/parallel-aan-
slag 18 kan men cirkels of parallelsnedes tot een
materiaaldikte van 30 mm maken.
Voor het zagen van nauwe bochten raden wij
smalle zaagbladen aan.
Bij het zagen van metaal koel- c.q. smeermid-
del aanbrengen omdat de zaagsnede warm
wordt.
Onderhoud en reiniging
Altijd vóór werkzaamheden aan de machine
de stekker uit het stopkontakt trekken!
Machine
en
ventilatieopeningen
schoon houden.
Ter voorkoming van functiestoringen door
overmatige vervuiling mogen materialen als
gipskarton niet van onderen of boven het
hoofd worden bewerkt.
Om langdurig een correcte werking van de
machine te waarborgen, moet de SDS-zaag-
bladopname regelmatig worden gereinigd. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren door de machine
met zijn voetplaat op een oppervlak licht uit te
kloppen.
Onder buitengewone omstandigheden
(bijv. bij het bewerken van non-ferro me-
talen) kan zich binnenin de machine veel vuil
ophopen. In dergelijke gevallen is het gebruik
van een stationaire afzuiging, zeer regelma-
tige reiniging en het voorschakelen van een
aardlekschakelaar aan te raden.
/
)
E
F
steeds