G op. De LEDs fig. 2, pos. A-D knipperen
achtereenvolgens, tot de accu vol is geladen
(mits hij niet defect is). Bij vol geladen accu
branden de LEDs A-D continu.
Opgelet! Door het laden kan gevaarlijk
knalgas ontstaan; daarom tijdens het laden
vonkvorming en open vuur vermijden. Explo-
siegevaar!
•
Bij verwisselde aansluiting van de accuklem-
men garandeert de beveiliging tegen verkeer-
de poling dat accu en lader niet worden be-
schadigd. Als dit het geval is, dan verwijdert
u de lader van de accu en van de netaansluit-
doos. Begin het laadproces na ca. 3 minuten
wachttijd nog eens.
Berekening van de laadtijd (afbeelding 3)
De laadtijd wordt bepaald door de laadtoestand
van de accu. Bij een lege accu kan de laadtijd bij
benadering tot ca. 80% lading met de volgende
formule worden berekend:
batterijcapaciteit in Ah
laadtijd/h =
amp. (laadstroom)
De laadstroom moet 1/10 tot 1/6 van de batterij-
capaciteit bedragen.
Aanwijzing! Tijdens het laden komen gassen vrij.
Let daarom op een goede verluchting in de ru-
imtes.
5.4 Laden van de accu beëindigen
•
Trek de netstekker uit het stopcontact.
•
Neem eerst de zwarte laadkabel los van de
carrosserie.
•
Neem daarna de rode laadkabel los van de
pluspool van de batterij.
•
Opgelet! Bij positieve aarding maakt u eerst
de rode laadkabel los van de carrosserie en
dan de zwarte laadkabel van de accu.
•
Batterijdoppen terug opschroeven of erop
drukken (indien aanwezig).
Anl_CC_BC_2_M_SPK2.indb 28
Anl_CC_BC_2_M_SPK2.indb 28
NL
6. Beveiliging tegen overbelasting
De lader is elektronisch beveiligd tegen overbe-
lasting, kortsluiting en verkeerde poling. Bovendi-
en zijn er een of meerdere veiligheden voor zwak-
stroom ingebouwd. Bij een defect van de zekering
moet deze vervangen en door een zekering met
dezelfde ampèrewaarde vervangen worden.
Gelieve u indien nodig te wenden tot onze voor u
verantwoordelijke klantendienst.
7. Onderhoud van de batterij
•
Let er steeds op dat uw batterij steeds vast
ingebouwd is.
•
Er moet een perfecte verbinding met het
leidingnet van de elektrische installatie ver-
zekerd zijn.
•
Batterij schoon en droog houden. Aansluit-
klemmen lichtjes invetten met een zuurvrij en
zuurvast vet (vaseline).
•
Bij niet onderhoudsvrije batterijen ca. om de
4 weken hoogte van het zuurpeil controleren
en, indien nodig, enkel gedestilleerd water
bijvullen.
- 28 -
26.04.2016 12:44:52
26.04.2016 12:44:52