Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
Aan- en uitzetten van de kookplaat
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar.
Inschakelen: druk op het symbool
hoofdschakelaar gaat branden. De kookplaat is klaar om te
werken.
Uitschakelen: druk op het symbool
hoofdschakelaar dooft. Alle kookzones worden uitgeschakeld.
De restwarmte-indicator blijft branden tot de kookzones
voldoende afgekoeld zijn.
Aanwijzing: De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld
zodra alle kookzones meer dan 20 seconden uitgeschakeld
zijn.
De kookzone afstellen
Regel de gewenste vermogensstand in de programmeerzone.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende
afstelling. Deze wordt aangegeven met een punt.
Selecteer de vermogensstand
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1.
Selecteer de kookzone: druk op de programmeerzone van de
gewenste kookzone.
Smelten
Chocolade, chocoladeglazuur, boter, honing
Gelatine
Verhitten en warmhouden
Maaltijdsoep (bv. linzen)
Melk**
Worstjes verhit in water**
Ontdooien en verhitten
Diepvriesspinazie
Diepvriesgoulash
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
Aardappel-gehaktballen
Vis
Witte sauzen, bv. bechamel
Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
#
. De indicator boven de
#
tot de indicator boven de
2.
Beweeg, binnen de volgende 10 seconden, uw vinger over
de programmeerzone, totdat de gewenste vermogensstand
verschijnt.
De vermogensstand wijzigen
Beweeg uw vinger over de programmeerzone, totdat de
gewenste vermogensstand verschijnt.
De kookzone uitschakelen
Selecteer in de programmeerzone de vermogensstand
De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-indicator
verschijnt.
Aanwijzing: Als er geen pan op de inductiekookzone geplaatst
wordt, zal de gekozen kookstand beginnen knipperen. Na het
verstrijken van een tijd gaat de kookzone uit.
Kooktabel
In de volgende tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
De kooktijden zijn afhankelijk van de vermogensstand, het type,
het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er
variaties.
De vermogensstanden beïnvloeden het kookresultaat.
Roer puree, gebonden soep en dikke sauzen af en toe om
tijdens het opwarmen.
Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken.
Vermogensstand
1-1.
1-1.
1-2
1.-2.
3-4
2.-3.
2.-3.
4.-5.*
4-5*
1-2
3-4
‹
Kooktijd in minuten
-
-
-
-
-
5-15 min.
20-30 min.
20-30 min.
10-15 min.
3-6 min.
8-12 min.
.
19